Wednesday, March 15, 2017

Duizenden leraren in Iran protesteren en eisen vrijlating van om politieke redenen gevangengezette collega’s en fatsoenlijke leefomstandigheden voor hen allen





Duizenden werkzame dan wel gepensioneerde leraren gingen afgelopen donderdag de straat op om uiting te geven aan talrijke protesten in Teheran en verschillende andere steden in heel Iran, eisten daarbij de vrijlating van hun gevangengezette collega’s en veroordeelden de willekeurige tegen de lerarengemeenschap gerichte voorschriften. Uitbetaling van achterstallige salarissen, een minimum aan bonussen en een met andere overheidsfuncties gelijkwaardige bezoldiging waren verdere eisen van de protesterende leraren.
In een tijd dat de armoedegrens voor een vierkoppige familie door het Iraanse regime op 40 miljoen rial (ca. € 1.000) gesteld werd, ligt het salaris van de meeste leraren rond 10 miljoen rial. Veel van deze leraren kunnen de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Een hervorming van het verzekeringsstelsel en van de pensioenen, terugstorting van het uit het lerarenpensioenfonds geplunderde geld waren enkele van de andere eisen van de protesterenden.
Leraren uit de steden Teheran, Karaj, Shahriar en Qom demonstreerden vóór het parlement in de Iraanse hoofdstad. De demonstranten droegen borden bij zich met teksten als: “Gevangengezette leraren moeten vrijgelaten worden”, “Sociale zekerheid 1%, Honger 99%”, “Een fatsoenlijke verzekering is ons recht”, “Weg met armoede en discriminatie” en “Laat  Ismaeel Abdi vrij”. Abdi, eens te meer bij hem thuis gearresteerd op 9 november 2016, was tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld op grand van de belachelijke aanklacht van “actieve samenzwering tegen de nationale veiligheid” en “propaganda tegen de staat”.
De aanwezigheid van vrouwelijke leraren, samen met hun leerlingen, sprong erg in het oog. De repressieve veiligheidstroepen van het Iraanse regime bedreigden de mensen om een uitbreiding van de demonstratie te beletten. Ook verboden zij het maken van foto’s of video’s. De internetverbinding in de parlementswijk en omgeving lag plat.
Gelijkaardigde demonstraties bij afdelingen van het Ministerie van Onderwijs vonden plaats in de steden Shiraz, Mashhad, Kermanshah, Arak, Rasht, Ghazvin, Tabriz, Ardebil, Zanjan, Isfahan, Ahwaz, Sanandaj, Marivan, Gharve, Saghez, Bane, Kamiaran, Deevandare & Dehgolan, Bushehr & Kongan, Oligudarz & Rumeshgan, Torbat Heydariye, Ferdose, Bojnourd, Lordegan en Shahroud.
Op de borden van de demonstranten in Ahwaz stond: “Leraren horen in klaslokalen, en niet in de gevangenis”.
En in Marivan stond op de borden van de protesterende leraren: “Onze leerlingen verdienen een vrij onderwijs”.
Protesterende leraren in Shiraz hielden een sit-in vóór het plaatselijke onderwijsadministratie-gebouw met lege schoolborden bij zich om hun honger en benarde leefomstandigheden te benadrukken.
Een resolutie bij de nationale demonstratie eiste dat leraren op part-time-basis een full-time- contract zouden krijgen, en baanzekerheid, zowel voor kleuterleid(st)ers als voor andere werkenden in de privé sector.
Deze resolutie eiste ook een beëindiging van het repressieve beleid ten opzichte van leraren, de annulering van elk tegen leraren-activisten gericht voorschrift, compensatie van hun verliezen, en vrijheid van onderwijs voor kinderen en teenagers. De hoge onderwijskosten hebben menig kind afgehouden van schoolbezoek.

Monday, March 6, 2017

Protesten op de Tabriz Madani Universiteit tegen het bloedbad van de jaren‘80




28 februari 2017

Op zaterdag 25 februari werd er op de Tabriz Madani Universiteit een bijenkomst gehouden waar een student de executies van de jaren tachtig veroordeelde en eiste dat de daders en degenen die verantwoordelijk zijn voor de rechter worden gebracht.
De student hield de toespraak op dezelfde tijd, dat Sadegh Ziba Kalam, van Rafsanjani’s groep, ook een bezoek bracht aan de universiteit.
 “Professor, we gaan de heer Rafsanjani en anderen in alle eerlijkheid bekritiseren”, zei de student.
“Ik ben niet van plan de slachting van 1988 te beoordelen of de terechtstellingen vlak na de revolutie, ik wijs niet naar de heer Hashemi, met de woorden dat hij degene is geweest die de moorden en misdaden  heeft begaan. Nee. Maar er is een historische werkelijkheid, dat de misdaden ongerechtvaardigd en als middel van onderdrukking zijn uitgevoerd. De gerechtelijke procedure werd niet gevolgd voor de executies van 1988.”
Terwijl hij de bloedbaden van de tachtiger jaren toeschreef aan de leiders van het regime en aan allen die toentertijd de leiding hadden, verdedigde de student het standpunt, dat met het oog op dergelijke misdaden mensen als Rafsanjani, Khamenei, Mir-Hossein Mousavi en Khatami verantwoordelijk zijn, zelfs als zij slechts hadden besloten om zich stil te houden en zij zouden aansprakelijk moeten worden gesteld voor de wet en de natie.
De opmerkingen van de student over de slachting van 1988 gingen vergezeld van applaus en aanmoedigingskreten van andere studenten.