21
juni 2017
In
een brief bedoeld om 20 juni te markeren, de dag waarop 30.000 politieke
gevangenen in een massaslachting werden omgebracht in de gevangenissen van het
Iraanse regime in de tachtiger jaren, heeft mevrouw Sholeh Pakrava, moeder van
de terechtgestelde Raynaheh Jabbari, opgeroepen om de daders en aanstichters
van het misdrijf voor de rechter te laten verschijnen.
Hieronder
volgen delen van de brief van mevrouw Jabbari’s brief:
“Vandaag is de dag waarop wij politieke
gevangenen herdenken, zowel degenen die de laatste tientallen jaren zijn
geëxecuteerd, als degenen die nu vastgehouden worden in de gevangenis.
Destijds
bij het begin van die dag, 19 juni 1981, was ik niet ouder dan een tiener. De
dag waarop het vuur werd geopend op demonstranten, waarop alleen het publiceren
in kranten volgde van de namen van de jonge meisjes en jongens die waren
geëxecuteerd. Die dag werd het keerpunt in de geschiedenis van het gevecht van
de mensen voor vrijheid.
Wat
jaren later door burger-activisten werd begonnen, werd opnieuw geconfronteerd
met een golf van onderdrukking, gevangenneming en zelfs bloedbad.
In
die tijd had ik geen idee wat arrestatie en terechtstelling betekende. Voor mij
waren het gewoon twee woorden met daar binnenin verborgen de enorme pijn die ik
niet begreep. Ik besefte het niet en nu schaam ik mij voor mijn gebrek aan
besef.
Dat
duurde jaren waarin ik achter rechtbankdeuren zat om te begrijpen wat
onderdrukking echt betekent. Wat onrecht echt betekent.
Dat
duurde jaren waarin ik zelf wachtte achter gevangenisdeuren om de betekenis te
leren van frustratie, om de betekenis te leren van doodstraf en om de pijn te
voelen van het verlies van een familielid door executie.
Als
ik zeg dat ik me schaam over mijn onwetendheid, ik bedoel dat, als ik, wij, ons
solidair hadden verklaard met die slachtoffers destijds, dan hadden wij
misschien kunnen voorkomen dat er zulke onmenselijke wetten zouden zijn
aangenomen.
Op
de hoogte raken van de toestand waarin de gevangenen en hun families leven is
een plicht, waar wij allemaal zonder uitzondering in de samenleving onze
schouders onder moeten zetten, zodat wij ons de komende tientallen jaren niet
behoeven te schamen.
Het
informeren van de gemeenschap gebeurt momenteel tot op zekere hoogte dankzij
social media, alhoewel er in dit opzicht meer had kunnen worden gedaan.
Het
zoeken naar recht door families zal doorgaan totdat alle galgen naar musea
worden verzonden en gewetensbezwaarde gevangenen uitsluitend geschiedenis zijn.
Zolang
gewetensbezwaarde gevangenen en de doodstraf hun plek behouden, zullen wij jaar
na jaar doorgaan met het gedenken van slachtoffers van onrecht, zonder een
enkel verschil te maken in het lot van de kinderen van vandaag en de gevangenen
van morgen, de tieners van vandaag en het voer voor de executiemachine van
morgen.
De
rechterlijke macht staat nu al jarenlang haaks op de legitieme eisen van het
volk.
Verschillende
tientallen jaren zijn voorbij gegaan waarin wij er getuige van zijn geweest,
hoe de lichamen en zielen van de mensen onderworpen waren aan meer kettingen,
zoveel dat we vandaag zien hoe amputaties, geseling en terechtstellingen in het
openbaar worden uitgevoerd, hoe vakbondsactivisten gemarteld worden en
honderden andere voorbeelden van vijandschap tegen menselijkheid.
Juist
toen verduistering, plundering en moordschandalen van leiders in het regime aan
het licht kwamen tijdens verkiezingsdebatten, was Esmaeil Abdi in hongerstaking
uit protest tegen de verloren rechten van leraren.
Toen ministers en juristen hypocriet glimlachten en handen schudden met internationale autoriteiten, weigerden Jafar Azimzadeh, Arash Sadeghi, Saeid Shirzad, de broers Rajabian en tientallen andere gevangenen voedsel, een schreeuw om gerechtigheid door hun gezondheid op te offeren.
Toen ministers en juristen hypocriet glimlachten en handen schudden met internationale autoriteiten, weigerden Jafar Azimzadeh, Arash Sadeghi, Saeid Shirzad, de broers Rajabian en tientallen andere gevangenen voedsel, een schreeuw om gerechtigheid door hun gezondheid op te offeren.
Toen
zij opschepten over het tekenen van burgerrechten, vocht Atena Daemi om te
voorkomen dat families van gevangenen gegijzeld werden om de protesterende
gevangenen
het zwijgen op te leggen.
het zwijgen op te leggen.
Wanneer
dezelfde wet, onrecht en onderdrukkingsmethodes de laatste veertig jaar zijn
doorgegaan, dan is het aan ons om naar andere wegen te zoeken om verloren
rechten gestalte te geven en het recht te vestigen. Dan schamen we ons niet
langer voor toekomstige generaties, voor geëxecuteerde jeugd en gevallen
geliefden van onze recente geschiedenis.
Ik,
als iemand die een geliefde verloor door executie, zal niet blijven zwijgen en zal
doorgaan met de zoektocht naar recht totdat degenen die mijn onschuldige kind
gedood hebben, voor de rechter staan. Op de weg daarheen sta ik samen met
duizenden anderen die recht zoeken te schreeuwen om rechtvaardigheid,
afschaffing van de doodstraf, verbod op marteling en vrijlating van
gewetensbezwaarde gevangenen.
Lang leve vrijheid, lang leve het leven. Geen terechtstelling meer, hoe dan ook en onder geen enkel voorwendsel.”
Lang leve vrijheid, lang leve het leven. Geen terechtstelling meer, hoe dan ook en onder geen enkel voorwendsel.”