Monday, June 26, 2017

Iran: Moeder van Terechtgestelde Jonge Vrouwelijke Gevangene Schrijft Brief om 20 Juni te Markeren




 21 juni 2017 

In een brief bedoeld om 20 juni te markeren, de dag waarop 30.000 politieke gevangenen in een massaslachting werden omgebracht in de gevangenissen van het Iraanse regime in de tachtiger jaren, heeft mevrouw Sholeh Pakrava, moeder van de terechtgestelde Raynaheh Jabbari, opgeroepen om de daders en aanstichters van het misdrijf voor de rechter te laten verschijnen.
Hieronder volgen delen van de brief van mevrouw Jabbari’s brief:
 “Vandaag is de dag waarop wij politieke gevangenen herdenken, zowel degenen die de laatste tientallen jaren zijn geëxecuteerd, als degenen die nu vastgehouden worden in de gevangenis.
Destijds bij het begin van die dag, 19 juni 1981, was ik niet ouder dan een tiener. De dag waarop het vuur werd geopend op demonstranten, waarop alleen het publiceren in kranten volgde van de namen van de jonge meisjes en jongens die waren geëxecuteerd. Die dag werd het keerpunt in de geschiedenis van het gevecht van de mensen voor vrijheid.
Wat jaren later door burger-activisten werd begonnen, werd opnieuw geconfronteerd met een golf van onderdrukking, gevangenneming en zelfs bloedbad.

In die tijd had ik geen idee wat arrestatie en terechtstelling betekende. Voor mij waren het gewoon twee woorden met daar binnenin verborgen de enorme pijn die ik niet begreep. Ik besefte het niet en nu schaam ik mij voor mijn gebrek aan besef.
Dat duurde jaren waarin ik achter rechtbankdeuren zat om te begrijpen wat onderdrukking echt betekent. Wat onrecht echt betekent.
Dat duurde jaren waarin ik zelf wachtte achter gevangenisdeuren om de betekenis te leren van frustratie, om de betekenis te leren van doodstraf en om de pijn te voelen van het verlies van een familielid door executie.
Als ik zeg dat ik me schaam over mijn onwetendheid, ik bedoel dat, als ik, wij, ons solidair hadden verklaard met die slachtoffers destijds, dan hadden wij misschien kunnen voorkomen dat er zulke onmenselijke wetten zouden zijn aangenomen.
Op de hoogte raken van de toestand waarin de gevangenen en hun families leven is een plicht, waar wij allemaal zonder uitzondering in de samenleving onze schouders onder moeten zetten, zodat wij ons de komende tientallen jaren niet behoeven te schamen.
Het informeren van de gemeenschap gebeurt momenteel tot op zekere hoogte dankzij social media, alhoewel er in dit opzicht meer had kunnen worden gedaan.
Het zoeken naar recht door families zal doorgaan totdat alle galgen naar musea worden verzonden en gewetensbezwaarde gevangenen uitsluitend geschiedenis zijn.
Zolang gewetensbezwaarde gevangenen en de doodstraf hun plek behouden, zullen wij jaar na jaar doorgaan met het gedenken van slachtoffers van onrecht, zonder een enkel verschil te maken in het lot van de kinderen van vandaag en de gevangenen van morgen, de tieners van vandaag en het voer voor de executiemachine van morgen.
De rechterlijke macht staat nu al jarenlang haaks op de legitieme eisen van het volk.
Verschillende tientallen jaren zijn voorbij gegaan waarin wij er getuige van zijn geweest, hoe de lichamen en zielen van de mensen onderworpen waren aan meer kettingen, zoveel dat we vandaag zien hoe amputaties, geseling en terechtstellingen in het openbaar worden uitgevoerd, hoe vakbondsactivisten gemarteld worden en honderden andere voorbeelden van vijandschap tegen menselijkheid.
Juist toen verduistering, plundering en moordschandalen van leiders in het regime aan het licht kwamen tijdens verkiezingsdebatten, was Esmaeil Abdi in hongerstaking uit protest tegen de verloren rechten van leraren.

Toen ministers en juristen hypocriet glimlachten en handen schudden met internationale autoriteiten, weigerden Jafar Azimzadeh, Arash Sadeghi, Saeid Shirzad, de broers Rajabian  en tientallen andere gevangenen voedsel, een schreeuw om gerechtigheid door hun gezondheid op te offeren.
Toen zij opschepten over het tekenen van burgerrechten, vocht Atena Daemi om te voorkomen dat families van gevangenen gegijzeld werden om de protesterende gevangenen
het zwijgen op te leggen.
Wanneer dezelfde wet, onrecht en onderdrukkingsmethodes de laatste veertig jaar zijn doorgegaan, dan is het aan ons om naar andere wegen te zoeken om verloren rechten gestalte te geven en het recht te vestigen. Dan schamen we ons niet langer voor toekomstige generaties, voor geëxecuteerde jeugd en gevallen geliefden van onze recente geschiedenis.
Ik, als iemand die een geliefde verloor door executie, zal niet blijven zwijgen en zal doorgaan met de zoektocht naar recht totdat degenen die mijn onschuldige kind gedood hebben, voor de rechter staan. Op de weg daarheen sta ik samen met duizenden anderen die recht zoeken te schreeuwen om rechtvaardigheid, afschaffing van de doodstraf, verbod op marteling en vrijlating van gewetensbezwaarde gevangenen.
Lang leve vrijheid, lang leve het leven. Geen terechtstelling meer, hoe dan ook en onder geen enkel voorwendsel.”


Sunday, June 18, 2017

Politiek gevangene in slechte gezondheid na 17 jaar in gevangenis




Politieke gevangene Saied Shah Ghale heeft de afgelopen 17 jaar vastgezeten in de Evin e en Mahshahr gevangenissen.
Hij werd gearresteerd in 2000 toen hij jong was en aanvankelijke kreeg hij de doodstraf op beschuldiging van vijandschap jegens God en het steunen van de PMOI. Zijn straf werd na enkele jaren verminderd tot levenslang.
Hij verkeert momenteel in slechte gezondheid en hem is het recht op verlof uit de Mahshahr gevangenis ontzegd. (Weblog ZanranrirN – 9 JUNI 2017)

Soenitisch politieke gevangene die gevaar loopt verlamd te raken is medische behandeling geweigerd




De Soenitische politieke gevangene Abdullah Shariati, die gevangen zit in de Rajaie Shahr  Gevangenis in Karaj verkeert in slechte gezondheid, maar men heeft geweigerd hem medische hulp te verstrekken en medisch verlof te verlenen.
Hij heeft in de gevangenis verschillende kwalen opgelopen, waaronder astma, beschadigde wervels en een abnormale spierverkorting in zijn linkerhand. Volgens zijn naaste familie dreigt hij verlamd te raken.
 “Abdullah heeft een vrouw en een tweejarig zoontje dat Mohammad heet. Ook heeft hij een moeder die op leeftijd is en achtergebleven is zonder iemand om voor haar te zorgen”, zegt onze bron.
Zijn twee broers Abubakr and Arash zijn in de zomer van 2016 opgehangen op beschuldiging van “oorlog voeren met God”. Abdullah heeft geen enkele bijzondere (politieke) activiteit ontplooid en is alleen maar vastgezet vanwege de activiteiten van zijn broers. (STFA – 9 juni 2017)