07 januari 2018
De Iraanse onderminister van Arbeid heeft
verklaard dat er twee miljoen hongerige mensen in Iran zijn. Een echt
choquerend aantal, zei een parlementslid.
Dit lid van de parlementscommissie voor Sociale
Zaken gelooft dat met zoveel hongerlijdende mensen het totale aantal arme
mensen veel hoger dan tot nu toe aangenomen moet zijn.
Het IRNA-staatsagentschap berichtte over
een bijeenkomst met de titel ‘Zal de begroting voor 2018 de armoede terugdringen of vergroten?’, waarbij
de onderminister voor Arbeids- en Sociale Zaken Ahmad Maydari verklaarde: “Volgens
eigen en internationale schattingen lijden twee tot vier procent van de Iraanse
bevolking onder extreme armoede, wat betekent dat ze zich geen voedsel kunnen
veroorloven, wat ook schrijnende armoede genoemd wordt.”
Eerder had Ahmad Maydari had bekendgemaakt
dat het aantal hongerlijdende mensen in Iran rond de twee miljoen lag. Maar
sommige experts van het regime zelf geloven dat dit een te optimistisch cijfer
is, en dat in plaats daarvan het aantal in extreme armoede levende mensen wel
vijf miljoen bedraagt.
En ook Masoud Rezaei, ondervoorzitter van
de parlementaire commissie voor Sociale Zaken, betwijfelt Maydari’s aantal door
te zeggen dat, als het aantal hongerlijdende mensen werkelijk zo hoog is, het
totale aantal armen beslist veel hoger moet zijn.
Rezaei bekritiseerde het officiële Statistisch
Centrum door in een interview met de officiële Etemad-Online-website te
verklaren dat “vóór alles ons belangrijkste probleem is hoe we de begrippen en indicatoren
zouden moeten definiëren, wat betekent dat we niet precies weten wat het
betekent werkloos te zijn, en dat is dan weer de reden voor de verschillende
aantallen.”
Met betrekking tot ditzelfde hongerthema
vraagt de ondervoorzitter van de parlementaire commissie voor Sociale Zaken: “wie
lijdt er honger? Zijn dat degenen die zich geen dagelijkse maaltijd kunnen
veroorloven, of zijn dat degenen wier maandsalaris niet voldoende is om in hun
basisbehoeften te voorzien?”
Masoud Rezaei wijst er verder op dat “als
het waar is dat twee miljoen Iraniërs zich geen dagelijkse maaltijd kunnen
permitteren, dat uitermate choquerend zou zijn. Maar als we bij dit aantal ook
het aantal wier maandsalaris niet voldoende is om in hun basisbehoeften te
voorzien meerekenen, dan worden we geconfronteerd met een erg groot behoeftig
deel van de bevolking.”
De verantwoordelijkheid van het regime
voor de hongerlijdende mensen
Een lid van de parlementaire commissie
voor Sociale Zaken verklaarde dat “we kunnen stellen dat niet een bepaald
orgaan of ministerie verantwoordelijk is, maar het regime in zijn totaliteit. Geconfronteerd
met een dergelijk probleem, moeten we wel het ganse systeem verantwoordelijk
stellen.”
Veel inwoners van landelijke gebieden aan
de randen van het land, waar het werkloosheidscijfer hoger ligt dan het
landelijke gemiddelde, horen tot de armste bevolking van het land. Het Tasnim-nieuwsagentschap
van de terreur zaaiende Quds-troepen citeert Anushirvan Mohseni, hoofd van de
officiële Welzijnsorganisatie: “12-13 miljoen Iraniërs leven in de landelijke
randgebieden.”
Eerder, namelijk op 23 december, heeft de
minister van verkeer en stedelijke ontwikkeling verklaard dat er 19 miljoen Iraniërs
zijn die in onderontwikkelde plaatsen wonen, namelijk plaatsen waar er een
gebrek is aan de basale gemeenschaps- en veiligheidsvoorzieningen.
De wijdverspreide protesten in Iran
begonnen op 28 december 2017 en waren oorspronkelijk een protest tegen de stijgende
prijzen, maar de demonstranten richtten zich algauw tegen het regime als geheel.
Experts geloven dat, alhoewel Iraniërs
onder ernstige economische problemen en hoge werkloosheid te lijden hebben, de protesterenden
zich vooral gericht hebben tegen willekeur, onrechtvaardigheid, huurbeleid en economische
corruptie.
No comments:
Post a Comment