15 juli 2017 17:23
Twee inzittenden van de Evin-gevangenis
hebben de buitenlandse ambassadeurs gevraagd niet meer samen te werken met
Iraanse regimefunctionarissen bij de pogingen die deze ;aatste doen om een vals
positief beeld van de Iraanse gevangenissen en gevangenen te creëren.
Atena Daemi en Golrokh Iraei, die in de
vrouwenafdeling van de Evin-gevangenis gevangenzitten, verklaarden dat de
gedetineerden niet op de hoogte waren van het geplande bezoek en de ambassadeurs
dan ook niet ontmoet hebben. De twee mensenrechtenactivisten hebben hierover
een brief geschreven met het verzoek aan de buitenlandse ambassadeurs in Iran om
de Iraanse gevangenissen zonder voorafgaande planning te bezoeken. De twee
gevangenen hebben ook Asma Jahangir, de Speciale Verslaggever over de situatie van
mensenrechten in Iran, verzocht Iraanse gevangenissen onaangemeld te bezoeken en
met inzittenden te praten.
Volgens deze twee hebben de buitenlandse
ambassadeurs slechts een paar afdelingen van de gevangenis bezocht, waarbij de politieke
gevangenen niet op de hoogte waren van het bezoek en hen dus niet konden ontmoeten.
“Als wij mensen bij ons thuis uitnodigen,
zouden wij ons huis zoveel mogelijk verfraaien”, schrijven Atena Daemi en Golrokh
Iraei in hun brief, eraan toevoegend: “Het is dan ook geen verrassing om het
plein tegenover de Evin-gevangenis te zien, waar in de jaren 80 politieke gevangenen
door een gewapende eenheid neergeschoten werden en dat nu de 45 ambassadeurs
verwelkomt.”
De twee vrouwelijke politieke gevangenen
verklaarden dat ze alleen via de kranten geïnformeerd werden over het bezoek
van de ambassadeurs en dat vóór dit bezoek aan de gevangenis de inzittenden uit
de betreffende afdeling verwijderd werden, zogenaamd omdat ze naar de rechtbank
of naar het ziekenhuis overgebracht werden, terwijl ze in werkelijkheid in
eenzame opsluiting op de afdeling 2-A van de gevangenis vastgehouden werden tot
de ambassadeurs weer weggingen.
“Hebben ze u verteld dat op grond van religieuze
verboden vrouwelijke inzittenden in de Evin-gevangenis lichamelijk niet door
mannelijke artsen mogen onderzocht worden, geen spuitje, infuus of een ECG-onderzoek
kunnen krijgen?”, schrijven de twee politieke gevangenen aan de buitenlandse
ambassadeurs, eraan toevoegend: “Hebben ze u verteld dat er zelfs geen enkele verpleegster aanwezig is om
deze taken op zich te nemen?”
Aena Damei en Golrokh Iraei wijzen
vervolgens op de ontruimde afdeling 350, bekend staand als de politieke
afdeling, ook wel de ‘klerikale afdeling’ genoemd, en vragen: “hebben ze u
verteld hoeveel inzittenden hun hele gevangenisstraf in eenzame opsluiting
hebben doorgebracht? Inzittenden als Mohammad-Ali Taheri, die de afgelopen vijf
jaar in eenzame opsluiting op de afdeling 2-A bij de Revolutionaire Garde zit.”
De twee politieke gevangenen hebben de
bezoekende buitenlandse ambassadeurs gevraagd om niet meer samen te werken met
Iraanse regimefunctionarissen bij de pogingen die deze laatste doen om een vals
positief beeld van de Iraanse gevangenissen en gevangenen te creëren. In plaats
daarvan zouden de ambassadeurs een reëel beeld krijgen door ongeplande bezoeken
aan de gevangenissen af te leggen.
Volgens deze brief werd het plein waar de
ambassadeurs verwelkomd werden, in de jaren 80 gebruikt voor het executeren van
politieke gevangenen door een executiepeloton.
Op grond van de aanklacht ‘vereniging en
samenzwering tegen de nationale veiligheid’ en ‘belediging van de Iraanse opperste
leider’ werd Atena Daemi door de rechtbank in eerste aanleg tot 14 jaar
gevangenisstraf veroordeeld. Het vonnis werd later in hoger beroep tot zeven jaar
teruggebracht.
Golrokh Iraei werd in juli 2016 tot zes
jaar veroordeeld wegens ‘godslastering’ en ‘propaganda tegen het regime’. De mensenrechtenactiviste
werd er bovendien van beschuldigd een ongepubliceerd boek over stenigingen te
hebben geschreven.
Ambassadeurs van bijna 50 landen
bezochten op 5 juli de Evin-gevangenis, een gebeurtenis waarover de staatsmedia
uitgebreid berichtten. Het ministerie van justitie benadrukte dat de ambassadeurs
aangenaam verrast waren door de aangetroffen situatie.
Lovende commentaren, zoals gepubliceerd
in de Iraanse media, kwamen van de ambassadeurs van Indonesië, Zuid-Korea en Portugal,
maar stuitten wel op sterke protesten.
No comments:
Post a Comment