Iran: Zesde achtereenvolgende dag van protesten in de olierijke zuidwestelijke stad Ahvaz, ondanks waarschuwingen van het regime

18 februari 2017

Luidens in de avond van zaterdag 18 februari ontvangen berichten zijn, ondanks alle waarschuwingen van de politie, de inwoners van Ahvaz voor de zesde opeenvolgende dag wederom de straat opgegaan om te protesteren tegen de luchtvervuiling en de voortdurende onderbrekingen van de water- en elektriciteitsvoorziening.

Daarnaast hebben gebruikers van sociale netwerken beelden gepubliceerd van oproerpolitie-eenheden en troepen die vanuit naburige steden naar Ahvaz overgebracht werden om de protesten neer te slaan.
De veiligheidsdienst van de provincie Khuzestan dreigde in een proclamatie de bevolking ermee tegen de bewoners te zullen optreden, indien ze zonder voorafgaande toestemming protestvergaderingen of demonstraties zouden blijven bijwonen.
In de afgelopen week werden in Ahvaz en andere steden in de provincie Khuzestan talrijke protestvergaderingen en demonstraties gehouden.
Onder de indruk van deze zich uitbreidende protestacties heeft het Iraanse regime oproerpolitie en Basji-militie-eenheden van de Revolutionaire Garde vanuit de naburige Fars-provincie naar Ahvaz gestuurd en de snelheid van het internet in Ahvaz duidelijk verlaagd om het uploaden van videoclips van de protesten te bemoeilijken.

De tekorten en onderbrekingen van de water-, elektriciteits- en communicatievoorzieningen in Ahvaz en 11 andere steden in de provincie Khuzestan zijn te wijten aan sinds 28 januari woedende zandstormen, afgelopen donderdag en vrijdag was het in alle steden van Khuzestan weer raak met ernstige energie-uitval. Ook zaterdag bedekten stof en zand deze steden, waardoor scholen en universiteiten in 20 steden gesloten werden.
Sommige regio’s ondervonden ook ernstige storingen in de watervoorziening, waarbij tegelijk ook nog de internet- en communicatienetwerken platgingen.
Donderdag 16 februari viel een aantal agenten van de inlichtingendienst en agenten in burger op brute wijze honderden personen aan die in Teheran als steunbetuiging voor de in Khuzestan protesterende burgers demonstreerden. Vier vrouwen werden gearresteerd.
De demonstranten, voor het merendeel vrouwen, hielden borden omhoog met daarop: “Lang genoeg gezwegen”, “Khuzestan staat niet alleen”, “Khuzestan heeft geen water, Khuzestan heeft geen schone lucht”, “Help, Khuzestan is stervende.”
"Ik ben een arbeider, bij wie [artsen] al tweemaal vocht uit mijn borst moesten verwijderen ten gevolge van het stof dat mijn longen vulde," zoals de media van het regime een van de demonstranten aanhaalde. "Mijn kleinkind, mijn vrouw en ikzelf lijden allen aan ademhalingsklachten. Als er een storm over onze stad trekt, moeten we de ramen en de luiken sluiten en kunnen we soms dagenlang ons huis niet uit, waardoor we ons al gevangenen voelen, opgesloten in kleine en donkere cellen," aldus een andere demonstrant.
"Op het moment dat een storm Ahvaz teistert, wordt het een spookstad, we kunnen niet meer telefoneren of internetten  wegens de stroomuitval, en we blijven verstoken van alle nieuws," klaagde een andere inwoner.
Het is jaren geleden dat een zandstorm van deze omvang West- en Zuidwest-Iran heeft geteisterd, daarbij het dagelijks leven ontwrichtend, met gesloten scholen en regeringsinstanties, met stilgelegd vliegverkeer en protesten tegen de onverschilligheid van de overheid, die geen enkele preventieve maatregel getroffen had en geen enkel plan had opgesteld om de gevolgen van de storm onder controle te houden en in te dammen. Het alom aanwezige verstikkende stof na een dergelijke over de stad razende storm overschrijdt de gezondheidsnorm 66 keer.
Alhoewel sommige van deze stormen uit Irak komen overwaaien, geloven sommigen dat ondanks hetgeen het departement van milieu beweert over het herstel van de Hour-al-Azim-natte-gronden, deze natte gronden toch bijna opgedroogd zijn door het plunderend beleid van het regime bij de oliewinning in het gebied.

Iran:schreeuw van een vader wiens zoon bij de opstand van 2009 door het regime gedood werd

Internationale oproepen om de inhumane terechtstellingen van minderjarigen door het Iraanse regime te stoppen

·  Zaterrdag, 11 februari 2017

Volgens het staatsnieuwsagentschap IRNA heeft Abbas Jafari Dolatabadi, de Teheraanse openbare aanklager, woensdag 8 februari verklaard dat op basis van het Islamitische Strafwetboek het Openbaar Ministerie bij verschillende rechtbanken verzoeken heeft ingediend om de vonnissen voor tien minderjarigen (nl. onder 18 jaar) te herzien, waarvan er zes ook toegelaten werden,
Internationale mensenrechtenorganisaties hebben herhaaldelijk hun zorgen uitgesproken over terechtstellingen van minderjarigen op het moment van hun misdrijf, erop wijzend dat in Iran een groot aantal veroordeelden op hun terechtstelling wachten.
Tussen 2005 en 2015 zijn in Iran minstens 73 veroordeelde jongeren die op het moment van hun misdrijf nog geen 18 jaar oud waren, terechtgesteld en dat er minstens nog eens 160 op hun terechtstelling wachten, aldus een rapport van de UNO.
De UNO meldde onlangs dat Hamid Ahmadi, voor moord op zijn 17^e ter dood veroordeeld, in eenzame opsluiting in de gevangenis van Rasht’s Lakan geplaatst werd, in afwachting van zijn ophanging op 11 februari.
Jafari Dolatabadi deelde afgelopen woensdag eveneens mede dat conform Artikel 302 van het Iraanse Islamitische Strafwetboek het Teheraanse Openbare Ministerie verzocht heeft 17 strafzaken te herzien, waarvan er drie doodvonnissen geleid hadden.
Het UNO-Mensenrechtencomité en andere mensenrechtenorganisaties hebben het hoge Iraanse terechtstellingscijfer herhaaldelijk bekritiseerd. De voltrekking van de doodstraf voor drugskoeriers wordt als één van de redenen aangevoerd  voor dit hoge cijfer.
De Iraanse Advocaat-Generaal ‘Mohammad Jafar Montazeri’ heeft onlangs benadrukt dat de doodstraf bij drugszaken niet uit het strafwetboek zal geschrapt worden.
Eerder al had Mohammad Bagher Olfat, hoofd van de Raad voor Misdaadpreventie, verklaard dat de terechtstelling van drugskoeriers in Iran niet ‘afschrikkend’ werkt.

Iran: 180.000 ‘Telegram Kanalen’ Gemonitord en Vele Medewerkers Gearresteerd door de IRGC

09 februari 2017  

  Zoals ISA Nieuws rapporteerde, beweerde Seyed Mahmoud Alavi zondag 5 februari 2017 dat de medewerkers van enkele Telegramkanalen gearresteerd zijn en een paar andere kanalen zijn geblokkeerd in samenwerking met het Centrale Directie Kantoor voor Telegrammen in Duitsland.

De Iraanse Minister van Veiligheid beweerde dat enkele sociaal werkers onder druk gezet en gearresteerd. Hij gaf uitdrukking aan zijn zorg over het sociale netwerk en beweerde: “Wij vallen mensen niet lastig, tenzij het hun intentie is om het regime te schaden”.

De Gedeputeeerde van de Procureur-Generaal van Iran, Abdolsamad Khoramabadi, zei dat er een campagne in cyberspace is gestart en dat ongeveer 18.000 mensen internet controleren op vrijwillige basis.

Daar voegde hij nog aan toe: elke overtreding door websites en sociale netwerken zal worden gerapporteerd aan het kantoor van de Procureur-Generaal en vormt de voornaamste bronnen voor het comité dat besluiten neemt over de uitgebreide misdadige inhoud om de overtredende websites te vervolgen (Mizan Nieuwsagentschap, 8 februari 2017).

In augustus 2016 rapporteerde het door de staat gerunde Mashregh Nieuws dat 450 medewerkers van sociale media, internetpagina’s, kanalen of groepen opgeroepen werden of gearresteerd door het Georganiseerde Misdaad Centrum, aangesloten bij de Iraanse Revolutionaire Garde (IRGC).

Deze bekentenissen weerspiegelen natuurlijk de invloed van sociale media enerzijds en anderzijds de vrees van het Iraanse regime voor de media en netwerken. Zij beweren dat een sociaal netwerk opereert met de bedoeling het regime te schaden.

De vertegenwoordiger van Isfahan in het Iraanse parlement, Ahmad Salek, heeft ook beschuldigingen van sociaal netwerkers verzonnen en beweerde dat de sociale media gereedschap van de vijand gebruiken om in de zachte oorlog tegen het Iraanse regime te vechten (ISNA News, 02 februari 2017).

De geestelijke, Masoud Mali, houdt vol dat mobieltjes en het internet serieuze bedreigingen vormen voor het regime en ook dat de media de mensen beïnvloeden. Volgens zijn beweringen zit nu 90% van de jeugd op internet en deze zaak zou wel eens serieuze bedreigingen kunnen betekenen als het niet gecontroleerd zou worden (IRIB 3, 30 januari 2017).

De Cultureel Adviseur van de bevelhebber van IRGC, Hamidreza Moghaddamfar, zei ook dat het  de bedoeling is de meeste sociale netwerken te blokkeren. Satellietkanalen controleren de naties eb staten (IRA News, 03 augustus 2016)

De hoofdzaak is het elimineren van de kanalen van sociale media en redenen zoals het verbreiden van buitenlandse cultuur, antireligieuze en immorele gedachten zijn slechts het voorwendsel om het internet te filteren om uiteindelijk de atmosfeer van onderdrukking en intimidatie in de samenleving te creëren.

De belangrijkste vrees is, dat er weer een opstand uitbreekt zoals ook in 2009 gebeurd is.

Met de bedoeling de invloed van de media en hun rol bij het organiseren van samenzweringen tegen het regime – zoals de opstand in 2009 - te stoppen, heeft het Iraanse regime een filter-organisatie ingesteld met de titel “het comité dat besluiten neemt over  de uitgebreide misdadige inhoud op het net”. Het liep voor het regime echter na zeven jaar uit op een mislukking wat betreft het filteren evenals de censuur en de onderdrukking.