De wensen van de Iraanse moellahs voor 2016
17 januari 2016
nShare4
Van: Simin Nouri, president van de
Iraanse Vrouwenbeweging in Frankrijk
Gepubliceerd in Le Huffington Post,
15 januari 2016
Het nieuws is net begin van dit jaar
binnen gekomen: negentien terechtstellingen in Iran in een tijdsspanne van vier
dagen, drie van hen werden in het openbaar opgehangen waarbij angstaanjagende
afbeeldingen gepubliceerd werden in de officiële landelijke pers.
Is dit een aanwijzing voor de dramatische
comeback van Rouhani’s Iran in de armen van de internationale gemeenschap en
zijn manier om zijn gelukwensen voor het Nieuwe Jaar te presenteren?
Onverschillig voor de 62e
achtereenvolgende veroordeling door Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties gaat de Opperste Leider van het regime door met ophangen en straffen.
In feite stemde de VN op 17 december
2015 voor een resolutie die werd aangenomen en nog steeds dringt de VN er bij
het Iraanse regime op aan “om in hun wetsteksten en in de praktijk, openbare
executies en terechtstellingen in strijd met hun internationale verplichtingen
af te schaffen” en “om te verzekeren dat in hun wetsteksten en in de praktijk
niemand onderworpen wordt aan foltering of andere wrede, onmenselijke of
vernederende behandeling”.
De resolutie drukte ernstige zorg uit over “alle vormen van discriminatie en
andere schendingen van mensenrechten van vrouwen en meisjes, geweld tegen
mensen die horen bij erkende en niet erkende religieuze minderheden” en riep
het regime in Teheran op om een eind te maken aan “alle vormen van
discriminatie en andere schendingen van mensenrechten van mensen die deel
uitmaken van etnische, taalkundige of andere minderheden”….
Mensenrechtenorganisaties en verdedigers volgen op de voet de veelvuldige
overtredingen van deze theocratie die al 35 jaar lang veroordeeld wordt en die
zich een onwaardig lid betoont van de Verenigde Naties.
Terwijl de Iraanse regering de
meeste internationale conventies heeft getekend, waaronder het VN Handvest,
geeft de “gematigde” regering van Rouhani heel weinig om de Universele
Declaratie van de Rechten van de Mens.
Vandaag zijn in Iran de Iraniërs
niet “vrij en gelijk in waardigheid en rechten” (Artikel 1).
Onder de Khomeiny-doctrine van het Islamitisch kalifaat wegen ”Gods wetten” op
tegen de vrijheid, gelijkheid en waardigheid zoals de wetten van de mensen die
zien.
Iraniërs hebben niet “het recht op leven,
vrijheid en onschendbaarheid van hun persoon” onder het bewind de Opperste
Leider (Artikel 3).
Ook hier is er een “humanistische” visie die niet voldoet aan de beginselen van
Sharia moellahs.
Iraniërs worden “onderworpen aan foltering,
wrede of onterende behandeling”(Artikel 5).
Het Islamitisch kalifaat dat Iran al 37 jaar regeert, beschouwt marteling,
openbare ophanging of de wet van vergelding als een goede zaak voor de
samenleving en de aanpak van corruptie.
Iraniërs hebben niet het “recht op
daadwerkelijke rechtshulp van bevoegde nationale rechterlijke instanties”
(Artikel 8).
Is het nodig u eraan te herinneren dat in Iran nationale rechterlijke
instanties onderworpen zijn aan de Sharia van de moellahs?
Iraniërs kunnen onderworpen worden
aan “willekeurige arrestatie, detentie of verbanning”(Artikel 9). Dat men er
leeft onder een religieuze dictatuur, behoeft geen betoog.
Iraniërs hebben niet het “recht op
vrijheid van mening en meningsuiting” (Artikel 19)... Deze concepten zijn in de
“Islamitische Republiek” Iran synoniem voor de vrijheid van godslastering.
De stem van verontwaardiging in Iran
wordt steeds luider tegen de golf van ophanging, soms in het openbaar.
Beroofd van de vrijheid van meningsuiting de boze roep va de families van de slachtoffers
weerklinkt in de sociale netwerken die zwaar gecensureerd worden.
Op haar Facebook pagina reageerde
Sholeh Pakravan, de getroffen moeder van Reyhaneh Jabbari, op deze nieuwe
“tragische golf” van executies.
Na zeven jaar in de gevangenis onder
omstandigheden die voor een jonge vrouw ondraaglijk zijn, werd op 5 oktober
2014 haar dochter van 26 opgehangen onder de wet van vergelding (Qisas) voor
het uit zelfverdediging doden van een oude werknemer van het Iraanse Ministerie
van Veiligheid die haar probeerde te verkrachten.
Mevrouw Pakravan is bezorgd over de
negatieve gevolgen van het weerzinwekkende schouwspel van openbare executies
door ophanging op passanten en met name op kinderen, die met afschuw de laatste
ademstoten van de gemartelden bekijken.
Om een kraan te plaatsen op publieke
locaties door het hele land wat deze gekwelde moeder betitelt als “gepland en
met een nauw omschreven doel”, is een van de gebruikelijke manieren waarop het Khomeinistische regime probeert te
overleven.
Met het terroriseren van een verbitterde bevolking en het opleggen van een
klimaat van onafgebroken geweld in de samenleving proberen de moellahs hun
fragiele macht te redden, waarbij zij nergens voor terugdeinzen om de absolute
baas van het land te blijven.
De politiemacht van het regime wordt
dikwijls gedwongen om hun buurt te doorkruizen, als er executies worden
uitgevoerd uit vrees dat er protesten komen van passanten uit solidariteit met
de families van degenen die geëxecuteerd worden.
De moeder van Reyhaneh wijst er
terecht op dat sinds de invasie van de Mongolen Iran niet blootgesteld is aan
zulke gruweldaden.
Aan de vooravond van het officiële
bezoek aan Parijs komt Hassan Rouhani, de “gematigde” president, kennelijk om
over zaken te spreken door het tonen van de hypocriete kant van de moellahs ter
rechtvaardiging van de 2.000 doden van zijn mandaat door “gewoon de goddelijke
wetten uit te voeren”.
Het zou beschamend zijn voor de media als zij volharden in hun oorverdovende
stilte over wat er werkelijk dagelijks in Iran gebeurt.