Friday, April 29, 2016

12.000 Koerden vorig jaar gevangengezet in Iran

12.000 Koerden vorig jaar gevangengezet in Iran

      25 april 2016   

         
 Functionarissen van het Iraanse regime hebben laten weten dat 12.000 etnische Iraanse Koerden gevangengezet werden in het afgelopen Iraanse kalenderjaar, dat op 19 maart 2016 eindigde.
Het door de staat geleide nieuwsagentschap ISNA meldde op 17 april dat de Provinciale Directeur van het Gevangenissenbureau van Iraans Koerdistan bevestigd had dat er een regelrechte toestroom van Koerdische gedetineerden geweest was. Deze directeur, Assadollah Gorjizadeh, verklaarde dat “statistieken aangeven dat bijna 60% van de opgesloten mensen gezinshoofden waren, waardoor de sociale samenhang van de Koerdische samenleving in Iran extra verscheurd wordt.”
De systematische marginalisatie van etnische minderheden, in het bijzonder van de Koerden, is een beleid dat het regime reeds sinds zijn oprichting voert. En ook onder het presidentschap van Hassan Rouhani gaat dit beleid onverminderd voort, ja er viel zelfs een duidelijke toename van het aantal terechtstellingen van leden van etnische minderheden te noteren.

De behandeling van religieuze en etnische minderheden was een prioriteit voor de Speciale UNO-Rapporteur omtrent de mensenrechtensituatie in Iran, Ahmed Shaheed, die Iran scherp in de gaten gehouden heeft en zijn bezorgdheid geuit heeft omtrent de beperkingen van het regime m.b.t. het recht op vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging, en omtrent de behandeling van religieuze en etnische minderheden.

UNO-experts: Iraans regime weigert medische behandeling van politieke gevangenen

UNO-experts: Iraans regime weigert medische behandeling van politieke gevangenen

      27 april 2016   
  

Een groep UNO-mensenrechtenexperts waarschuwde afgelopen woensdag dat ruim tien politieke gevangenen in Iran, waaronder enkele prominente verdedigers van mensenrechten, advocaten en politieke activisten, het gevaar lopen in gevangenschap te zullen sterven ten gevolge van hun verslechterende gezondheidstoestand op grond van de weigering van de Iraanse autoriteiten om hen medisch te laten behandelen.
 “De toch al slechte conditie van meerdere gewetensbezwaarde gevangenen is achteruitgegaaan door hun langdurige gevangenschap en door herhaalde weigeringen van toegang tot medische faciliteiten en tot een dringende behandeling,” verklaarden de UNO- experts, zoals na te lezen is in een Engelstalige verklaring op de website van het Bureau van de UNO-Hoge Commissaris voor Mensenrechten (OHCHR).
“De ontzegging van medische zorg, fysiek misbruik, hetzij in overbevolkte gevangenissen, hetzij in eenzame opsluiting, en andere vormen van foltering en slechte behandeling stelt de gevangenen bloot aan het risico op ernstige kwalen en zelfs de dood,” verklaarden zij, eraan toevoegend dat “ongelukkig genoeg Iraanse gevangenissen maar al te bekend zijn met zulke tragedies, waarvan er vele te vermijden waren geweest, indien de autoriteiten voor de passende zorg zouden gezorgd hebben.”
De UNO-experts belichtten de zaken van de politieke gevangenen Mohammad Hossein Rafiee Fanood en Kamal Foroughi, de verdediger van mensenrechten Nargis Mohammadi, advocaat Abdulfattah Soltani, de blogger Hossein Ronaghi Maleki, de religieuze persoonlijkheid Sayed Hossein Kazemeyni Boroujerdi en de laser-natuurkundige Omid Kokabee.
Kokabee werd gearresteerd in januari 2011 bij zijn terugkeer van zijn studie in de Verenigde Staten en zit momenteel een gevangenisstraf van tien jaar uit wegens vermeende 'verbindingen met een vijandige regering.' Bij hem werd nierkanker geconstateerd en hij onderging afgelopen week een operatie om zijn rechternier te verwijderen, een procedure die had kunnen vermeden worden, indien hij in een eerder stadium adequaat behandeld zou geweest zijn. Als er uiteindelijk toch een beperkte vorm van behandeling verstrekt werd, zoals in het geval van Kokabee, worden de patiënten vaak vastgeketend aan hun bed van en naar de gevangenis getransporteerd.
“De situatie van deze gevangenen en de voortdurende verwaarlozing van hun gezondheid en welzijn door de Iraanse autoriteiten is volstrekt onacceptabel,” beklemtoonden de experts. “Dit is in het bijzonder het geval bij hen die gearresteerd, gedetineerd en veroordeeld werden, terwijl ze alleen op vreedzame wijze opkwamen voor hun fundamentele vrijheden en rechten.”
“Wij dringen er bij de autoriteiten op aan de vrijlating van Kokabee en andere politieke gevangenen op medische of humanitaire gronden in overweging te nemen, en intussen voor hun welzijn te zorgen door hen de reguliere toegang tot medische zorg te bieden,” verklaarden zij.
De mensenrechtenexperts herinnerden het Iraanse regime aan zijn verplichtingen aan internationale normen om het recht van gevangenen op gezondheid en een humane behandeling te waarborgen. “Het falen bij adequate medische zorg aan gevangenen is een schending van Irans internationale mensenrechtenverplichtingen en van de eigen wettelijke normen,” onderstreepten zij.
“We hebben de Iraanse autoriteiten herhaaldelijk gewezen op aantijgingen i.v.m. de ontzegging van medische zorg en de slechte omstandigheden in de gevangenissen en bij hen aangedrongen op een ingrijpende gevangenishervorming. Wij betreuren het dat de regering het tot dusver heeft nagelaten deze aantijgingen serieus te onderzoeken en de noodzakelijke maatregelen te treffen,” concludeerden de mensenrechtenexperts.
Onder de experts die afgelopen woensdag het woord voerden, bevonden zich Ahmed Shaheed, de Speciale Rapporteur van de UNO m.b.t. de mensenrechtensituatie in Iran; Dainius Pûras, de Speciale Rapporteur van de UNO m.b.t. het recht van iedereen op het hoogst bereikbare niveau van fysieke en geestelijke gezondheid; Juan E. Méndez, de Speciale Rapporteur van de UNO m.b.t. tot folteringen en andere wrede, onmenselijke en vernederende behandelingen of bestraffingen; Maina Kiai, de Speciale Rapporteur van de UNO m.b.t. de rechten op vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging, en Seong-Phil Hong, voorzitter en rapporteur van de UNO-werkgroep m.b.t. willekeurige detentie.

De Speciale Rapporteurs en werkgroepen maken deel uit van wat bekendstaat als de Speciale Procedures van de Mensenrechtenraad. Speciale Procedures, het grootste orgaan van onafhankelijke experts binnen het UNO-Mensenrechtensysteem, is de algemene naam voor de onafhankelijke waarheidsvinding van de Raad en observeert mechanismen die ofwel situaties in een specifiek land betreffen, ofwel een specifiek thema in alle landen over de hele wereld.

Monday, April 25, 2016

7.000 undercover officieren van de zedenpolitie ingezet in de Iraanse hoofdstad

7.000 undercover officieren van de zedenpolitie ingezet in de Iraanse hoofdstad

Woensdag, 20 april 2016
Talrijke berichten wijzen op een nieuwe ronde in de onderdrukking van de Iraanse vrouwen
De laatste dagen heeft het Iraanse regime een nieuw plan opgesteld om op rigoureuze wijze de wetgeving m.b.t. het dragen van sluiers door te drukken, waarbij het ca. 7.000 undercover officieren van de zedenpolitie in Teheran ingezet heeft om de officiële controlebureaus te versterken die optreden tegen “onvoldoende versluiering” en andere schendingen van de fundamentalistische wetten van de mullahs.
Hossein Sajedinia, de bevelhebber van de Teheraanse Staatsveiligheidstroepen (SSF), kondigde de eerste officiële patrouilles van de zedenpolitie voor maandag aan, aldus het door de staat geleide ISNA-nieuwsagentschap.
En afgelopen zaterdag kondigde Sajedinia aan dat veiligheidstroepen ook orders zouden krijgen m.b.t. geluidsoverlast en het dragen van de hijab.
Volgens het door de staat geleide Fars-Nieuwsagentschap werden er controleteams van de Ershad-Patrouilles gestationeerd tegenover grotere winkels, winkelcentra en in hoofdstraten, grote verkeerswegen en drukke straten met het doel “on-islamisch” of “immoreel” gedrag te registreren. “Ruim 7.000 mannelijke en vrouwelijke manschappen zullen in de straten present zijn om te observeren en overtredingen aan de veiligheidspolitie door te geven,”  verklaarde Sajedinia.
Volgens de veiligheidstroepen zelf werden bijna drie miljoen inzetten van de Ershad-Patrouillels in de periode tussen maart 2013 and 2014 doorgevoerd. Een groot aantal mensen werd gearresteerd en voor Iraanse rechtbanken gesleept.
Volgens de door de staat geleide Entekhab-website verklaarde de Teheraanse Chef van de Verkeerspolitie Taymour Hosseini op 15 december 2015 dat er “in een periode van acht maanden in dat jaar meer dan 40.000 zaken van foute versluiering geconstateerd werden, waarbij in de meerderheid van de gevallen het voertuig van de schuldige partij geconfisceerd werd en de personen zelf aan justitie werd overgedragen.” 

De fundamentalistische wetten van het Iraanse regime laten de confiscatie gedurende meerdere weken van elk voertuig toe waarin een vrouw gezien werd die geen hoofdbedekking droeg zoals door de wet voorgeschreven. Dit is slechts één van de manieren waarop de onderdrukking van vrouwen en sekse-discriminatie door het mullah-regime geïnstitutionaliseerd is. Ondanks het strenge optreden van de politie gaan de protesten van vrouwen, in het bijzonder van jonge vrouwen, gewoon door.
Maryam Rajavi, de gekozen president van het Iraanse Verzet, heeft in een 10-punten-plan voor de toekomst van Iran vastgelegd: “We geloven in volledige gelijkheid op politiek, sociaal en economisch gebied tussen de seksen. We zetten ons ook in voor gelijke deelname van vrouwen in politiek leiderschap. Elke vorm van discriminatie van vrouwen zal uitgebannen worden. Ze zullen het recht krijgen om vrijelijk hun kleding te kiezen. Ze zijn vrij m.b.t. huwelijk, echtscheiding, opleiding en tewerkstelling.”


Monday, April 18, 2016

Iran: burgeractivist de gevangenis in

Nahid Gorji, een burgeractivist uit Mashhad, meldde zich in de ochtend van 7 april bij de Vakil-Abad-Gevangenis om haar gevangenisstraf van 3 jaar aan te treden. De reden voor haar arrestatie en veroordeling waren haar activiteiten op social media.

Acht leden van het Europese Parlement schreven op 8 december 2014 gezamenlijk een brief aan de Speciale Gevolmachtigde voor het Buitenlands Beleid van de Europese Unie Federica Mogherini, waarin ze hun bezorgdheid over Gorji’s arrestatie en detentie uitspraken. Deze parlementariërs riepen Mogherini op om hun zorgen omtrent deze internet-activiste aan het Iraanse regime kenbaar te maken en om haar vrijlating te vragen. (Campagne ter verdediging van Civiele & Politieke Gevangenen – 7 april 2016)

Iran: zweepslagen als straf uitgevoerd in gevangenis

Iran: zweepslagen als straf uitgevoerd in gevangenis

De straf van 30 zweepslagen, opgelegd aan 5 activisten uit Ardebil, Noordwest-Iran, werd in de gevangenis aldaar uitgevoerd. Deze activisten hadden tijdens een voetbalwedstrijd een bord omhooggehouden met daarop de oproep tot vrijlating van Abbas Lessani en andere politieke gevangenen.
De namen van deze activisten zijn Toheed Amir Amini, Morteza Parvin, Meitham Jolani, Saleh Pichganlu, Mostafa Parvin en Mohsen Mohsenzadeh.

Een hof van beroep had hen elk tot drie maanden gevangenisstraf en 30 zweepslagen veroordeeld op grond van de beschuldiging van “verstoring van de openbare orde in voetbalstadions door het scanderen van ethnische en nationalistische slogans.” (– 7 april 2016)

Rouhani aan de kaak gesteld wegens terechtstelling van jongeren in Iran - rapport


Rouhani aan de kaak gesteld wegens terechtstelling van jongeren in Iran - rapport


13 april 2016 10:45
De Iraanse president Hassan Rouhani staat bloot aan internationale kritiek wegens de terechtstelling van jongeren in Iran, meldde Reuters afgelopen woensdag.
Reuters schreef: "De door de Iraanse justitie gepresenteerde zaak was duidelijk: in de zuidelijke provincie Fars verstikte Fatemeh Salbehi haar man na hem verdoofd te hebben, een halsmisdaad in de Islamitische Republiek."
"Wat de zaak wel controversieel maakt, is het feit dat Salbehi pas 17 jaar oud was op het moment van de misdaad, een minderjarige dus volgens internationale rechtsnormen.. Haar bekentenis kwam bovendien tot stand tijdens een reeks verhoren zonder aanwezigheid van een advocaat."
"De zaak werd heropend, maar afgelopen oktober werd Salbehi opgehangen in de Adel-Abad- gevangenis in Shiraz."
"Deze zaak kwam onder internationale aandacht wegens een vorige maand verschenen vernietigend UNO-rapport m.b.t. de mensenrechten in Iran, dat vooral het 'alarmerend hoge' cijfer van terechtstellingen, waaronder ook die van jongeren, in het land belichtte."
"Dit rapport, samen met een rapport van Amnesty International in januari, lokte commentaren uit van gewone Iraniërs op social media, waaronder ook enkele die president Hassan Rouhani bekritiseerden, omdat hij niet meer ondernomen had om de terechtstelling van jongeren tegen te houden."
"Iran heeft het hoogste cijfer van jongeren-terechtstellingen in de wereld, ondanks het feit dat het mede de Conventie m.b.t. de Rechten van Kinderen ondertekend heeft, een internationaal mensenrechtenverdrag dat de doodstraf voor iedereen onder de 18 jaar verbiedt."
"Slechts een week vóór Salbehi’s terechtstelling werd nog een minderjarige veroordeelde terechtgesteld," voegde het rapport eraan toe.
"Het feit dat er twee terechtstellingen in minder dan twee weken waren, laat zien hoe onverschillig en minachtend de Iraanse autoriteiten hun internationale verplichtingen opvatten," verklaarde Raha Bahreini, de Iran-specialist van Amnesty International.
"Als het tot terechtstellingen komt, ligt de verantwoordelijkheid daarvoor eerst en vooral bij justitie, maar dit betekent niet dat ook niet de andere delen van het staatsapparaat verantwoordelijk zijn," aldus Bahreini.
In het afgelopen decennium heeft het Iraanse regime minstens 73 veroordeelde minderjarigen terechtgesteld, volgens het Amnesty-rapport van januari.
Reuters vervolgde: "De terechstellingen van minderjarigen zijn voortgegaan ondanks beloften van Rouhani tijdens zijn verkiezingscampagne in 2013 om de mensenrechten te hervormen. Sinds zijn aangtreden heeft Rouhani zijn aandacht vooral op het buitenlands beleid gericht, o.a. de nucleaire deal met de grote mogendheden afgelopen zomer, waardoor binnenlandse aangelegenheden sterk verwaarloosd werden, verklaren waarnemers."

"Jongeren zijn regelmatig terechtgesteld sinds de vestiging van de Islamitischc Republiek in 1979. Volgens Iraans recht wordt de wettelijke volwassenenleeftijd gedefinieerd door de puberteit, 15 jaar voor jongens en 9 voor meisjes. Als er een discrepantie is tussen binnenlands recht en internationale juridische verplichtingen, dan houden de Iraanse autoriteiten zich aan hun eigen binnenlandse wetten."

Thursday, April 7, 2016

Iran: politieke gevangene aangevallen


Iraj Hatami, een politieke gevangene in de Rajaie-Gevangenis van Karaj, ten westen van Teheran, werd aangevallen door een aantal gewone gevangenen en gewond achtergelaten.

Deze politieke gevangene, geplaatst tussen gevaarlijke gewone criminelen zonder enige overweging om gevangenen op basis van hun overtuigingen gescheiden te houden, werd bij deze aanval gestoken en ernstig gewond achtergelaten. (STFA – 3 april 2016)

Iran: Mijn zoon is tot 21 jaar gevangenisstraf veroordeeld!


De vader van Amir Amir-gholi, een gewetensbezwaarde gevangene,  die tot 21 jaar gevangenisstraf veroordeeld is, verklaarde: “Zouden sociale activiteiten van jongeren hen uiteindelijk werkelijk in de gevangenis brengen? Als ik als vader de verzamelde bewijzen tegen mijn zoon bekijk, stel ik vast dat geen van deze het rechtvaardigt of legitimeert dat hij in de gevangenis gegooid wordt. Zou het opkomen voor werkende kinderen en gmeentearbeiders iemand werkelijk in de gevangenis doen belanden?”

Amir Amir-gholi, een student in industrieel management aan de Ghazvin-Open Universiteit, was wegens zijn studentenactiviteiten lang geleden, nl. in 1999, van de universiteit verwijderd. Hij werd op 30 juni 2014 door agenten van het Ministerie van Inlichtingen gearresteerd en in eenzame opsluiting geplaatst in afdeling 2A in de Evin-Gevangenis, die onder controle staat van de Revolutionaire Garde. In februari 2015 werd hij tot 21 jaar gevangenisstraf veroordeeld op beschuldiging van “belediging van de heiligdommen,” “belediging van de leider,” “samenkomsten en samenzwering met het oog op acties tegen de nationale veiligheid,” “verstoring van de openbare orde door aan bijeenkomsten deel te nemen” en “propaganda tegen de staat.” (STFA – 3 april 2016)

Iran: 200 tot 250 kinderen samen met moeders in gevangenis

Iran: 200 tot 250 kinderen samen met moeders in gevangenis

Tegenwoordig zijn veel gedetineerden in vrouwenafdelingen overal in Iran gedwongen hun kinderen achter tralies op te voeden.
“Een van de door het Kinderrechtencomité (CRC) van de UNO geuite bezwaren m.b.t. kinderen in ons land betreft kinderen die achter tralies door hun moeders opgevoed worden. Dit comité dringt erop aan geen kinderen achter tralies vast te houden,” meldde het ILNA- staats-nieuwsagentschap, daarbij de regime-functionaris  Maghare Abed citerend.
In antwoord op opmerkingen van het hoofd van de Gevangenen-organisatie in Iran over 200 tot 250 kinderen die met hun moeder achter tralies leven, verklaarde Abed: “Het vasthouden van deze kinderen achter tralies zal ernstige schade veroorzaken.” Zij omschreef dit vasthouden als een daad van geweld tegen kinderen.

“Een aantal van deze kinderen zit in de gevangenis omdat er anders niet voor hen gezorgd zou worden. Dit is een inbreuk op het natuurrecht van deze kinderen ,” voegde zij eraan toe. (ILNA-staats-nieuwsagentschap – 31 maart 2016)

Iran: gebrek aan medische zorg voor een politieke gevangene, een activist tegen kinderarbeid

Iran: gebrek aan medische zorg voor een politieke gevangene, een activist tegen kinderarbeid


Ondanks de miserabele fysieke toestand van de politieke gevangene Saeed Hosseinzadeh, een activist tegen kinderarbeid, en een dringende chirurgische noodzaak blijft hij verstoken van verdere medische zorg. De inlichtingendienst van de Revolutionaire Garde heft hem deze beperkingen opgelegd.
Deze gevangene lijdt aan verschillende ernstige kwalen sinds hij vastzit, waaronder hartproblemen, arthritis aan zijn kieën, longontsteking, hevige pijnen in zijn nek en schouders, reuma, ademproblemen en inwendige bloedingen.
De fysieke toestand van deze politieke gevangene is verder achteruitgegaan door folteringen tijdens zijn detentie, ondanks het feit dat hij werd overgeplaatst van afdeling 2A naar afdeling 8, en later in de Evin-Gevangenis van hal 2 naar hal 7. Hij heeft ook een chirurgische ingreep nodig.
Deze politieke gevangene werd in oktober 2014 gearresteerd door de IRGC-inlichtingendienst en in eenzame opsluiting geplaatst in afdeling 2A van de Evin- Gevangenis.

De rechtbank van hoger beroep had hem veroordeeld tot 7 jaar wegens “propaganda tegen de staat” en “belediging van de leider”. (Campaign in Defense of Political en Civil Prisoners – 29 maart 2016)