5 november 2016
De politieke gevangene Reza Akbari
Monfared heeft een brief aan de Speciale Rapporteur voor de Mensenrechten van
de VN geschreven, waarin hij protesteert tegen de beperkingen die aan zijn
zuster (Maryam Akbari Monfared.) werden opgelegd door het Mullah regime. Het is
haar verboden om bezoek te krijgen van haar familie en kinderen en ze wordt ook
beschuldigd van het voeren van een proces tegen de aanrichters van het bloedbad
in 1988.
Reza Akbari Monfared vroeg aan mevr.
Asma Jahangir om deze zaak te onderzoeken.
Dit is zijn brief:
3 november 2016
Van: Reza Akbari Monfared, Gohardasht
(Rajai Shahr) Karaj
Aan: mevr. Asma Jahangir, Speciale
Rapporteur voor de Verenigde Naties
Ik groet u beleefd.
Toen ik deze week op weg was om mijn
zuster te bezoeken, realiseerde ik mij dat het haar is verboden om bezoek te
ontvangen. Ter informatie: ik ben Reza Akbari Monfared gevangene in de
Gohardasht gevangenis (Rajai Shahr) en mijn zuster Maryam Akbari Monfared zit
gevangen in de Evin gevangenis.
Mijn familie vertelde mij deze week dat
mijn zuster geen bezoek mag ontvangen van haar familie of kinderen. De reden
die daarvoor werd opgegeven is dat zij, door middel van haar brief, een
rechtszaak is gestart tegen degenen die het bloedbad in 1988 hebben aangericht.
In haar brief richtte zij zich tot deze daders als diegenen die de reputatie
van haar land aantasten..
Haar brief onthult geen geheimen van het
regime en leidt niet tot een schandaal. Ze schreef slechts om een uitleg te
krijgen met betrekking tot de dood van onze zusters en broeders. Ze wil weten
waarom onze zusters en broeders werden geëxecuteerd zonder een specifieke reden
en terwijl zij hun gerechte straf al hadden uitgezeten in de gevangenis. Hoe
kunnen ze dit beschouwen als een misdaad en als bedreiging van de nationale
veiligheid, terwijl het zaken betreft van 28 jaar geleden?
Daarvoor al werd ook mij verboden bezoek
te ontvangen, omdat ook ik een brief had geschreven met hetzelfde verzoek tot vervolging
van de schuldigen aan het bloedbad van 1988. De aanleiding voor de brief die ik
u nu schrijf is om u op de hoogte te brengen van de situatie van mijn zuster. Zij
is ondervraagd met betrekking tot het schrijven van haar brief en aan haar wordt
bezoek ontzegd. Dat is op zichzelf al een bekentenis van de misdaad, omdat de
rechterlijk macht op de hoogte is van deze feiten. De kinderen van mijn zuster,
waarvan er één nog maar 11 is, mogen hun moeder niet bezoeken vanwege een brief.
De rechterlijke macht volgt nog steeds de policy van 1988 en straft niet
slechts de schuldigen, maar ook hun verwanten en gezin.. De rechters voldoen
niet aan het rechtsprincipe dat alleen een schuldig individu moet worden
bestraft, maar straft ook allen die verbonden zijn met die personen. Daarom
verzoek ik u als belangrijkste vertegenwoordiger van de mensenrechten om
aandacht te schenken aan deze zaak In het rechtssysteem en bij het regime zijn
er geen mogelijkheden tot het verkrijgen van recht en een proces aanspannen
wordt beschouwd als een misdaad.
No comments:
Post a Comment