Monday, June 27, 2016

Weer een Bahá'í vrouw gearresteerd in Iran, haar bedrijf gesloten



21 juni 2016

Een Bahá'í vrouw werd in Iran gearresteerd na een maand vol ongewenste intimiteiten, intimidatie en het sluiten van haar bedrijf.
Mevrouw Sara Akhlaghi is een Bahá'í inwoonster van Shiraz, in Zuidiran. Ze werd op 16 juni 2016 opgeroepen om te verschijnen voor het hof van het regime om papieren te tekenen waarmee haar modehuis weer geopend zou worden.
Mevrouw Akhlaghi adverteerde op Instagram met trouwjurken van haar modehuis.
Internetveiligheidsagenten hebben echter haar account gehackt en geblokkeerd vanwege “verspreiding van onkuise foto’s en het opruien van anderen tot schending van de openbare eerbaarheid”.
De volgende stap was het sluiten van haar modehuis zonder voorafgaande aankondiging. Zij hingen een poster op de deur waarop te lezen stond: “Deze zaak is gesloten omdat er onkuise foto’s zijn verspreid en dit bedrijf mag geen zaken doen.”
Daarop is mevrouw Akhlaghi opgeroepen om te verschijnen onder het valse voorwendsel om een overeenkomst te sluiten om haar zaak he heropenen, maar eenmaal ter plaatse werd zij gearresteerd. Er is over haar verblijfplaats geen informatie beschikbaar, voegde het rapport toe.


Sunday, June 19, 2016

IRAN: Arbeiders van de East Alborz Kolenmijnen protesteren voor de derde achtereenvolgende dag


      16 juni 2016
Mijnwerkers van de East Alborz (Alborz-E-Sharghi) Maatschappij, in Noord-Iran, hebben drie dagen achterelkaar geprotesteerd vóór het bedrijfskantoor. Hun protest tegen de overdracht  van eigendom naar corporate-verhuurde mijnbouwcomplexen begon op zondag en ging dinsdag nog door, volgens plaatselijke verslagen.
Tijdens het protest vroegen de arbeiders aandacht voor de kwestie van hun niet uitgekeerde en achterstallige  loon. De politie die de opstand moest onderdrukken liet uit vrees voor de woede van de arbeiders de drie demonstranten vrij die de politie op de eerste dag van de demonstratie had gearresteerd.
De East Alborz Kolenmijnen Maatschappij heeft bijna 1.400 arbeiders, die nog recht hebben op twee maandlonen plus bonussen.
In mei rapporteerde het staatsnieuwsagentschap ILNA, dat arbeiders van de East Alborz Kolenmijnen demonstreerden tegen het niet uitbetalen van twee maanden loon plus bonussen en zei: “Hoewel er al twee maanden van het nieuwe jaar voorbij zijn, zijn de bonussen van 400 mijnwerkers die in de East Alborz Kolenmijnen werken zo goed als twee maanden vertraagd en achterstallige salarissen zijn nog niet betaald.”
Zeventien Iraanse mijnwerkers die deelnamen aan een demonstratie nadat zij hun werk kwijt geraakt waren, hebben vorige maand als straf tussen de 30 en 100 zweepslagen gekregen van het regime van de moellahs in Iran.
De mannen werkten eerst bij de Aq-Dareg Goudmijn in de provincie West-Azerbeidjan.


Saturday, June 18, 2016

Meer dan 270 parlementariërs stellen inbreuken op de mensenrechten in Iran aan de kaak

 

 14-06- 2016
 Meer dan 270 leden van het Europese Parlement hebben een gemeenschappelijke verklaring ondertekend m.b.t. Iran waarin de Europese Unie opgeroepen wordt de betrekkingen met Teheran afhankelijk te maken van een verbetering van de mensenrechtensituatie in het land.
De parlementariërs, die uit alle 28 EU-lidstaten komen en tot alle politieke groeperingen in dat parlement behoren, zijn bezorgd over het stijgende aantal terechtstellingen in Iran sinds het aantreden van de ‘gematigde’ president Rouhani drie jaar geleden.
Het hierna volgende is de tekst van een verklaring uitgegeven op dinsdag, 14 juni 2016 door het Bureau van europarlementariër Gérard Deprez, president van de groep Vrienden van een Vrij Iran group in het Europese Parlement:
Brussel - 14 Juni 2016
Europarlementariërs roepen de EU op, de voorwaarde van een stopzetting van terechtstellingen te verbinden aan de betrekkingen met Iran
Meer dan 270 parlementariërs hebben een gezamenlijke verklaring ondertekend waarin zij er bij de EU op aandrongen verdergaande betrekkingen met Iran afhankelijk te maken van “een duidelijke verbetering van de mensenrechtensituatie”.
De parlementariërs, die uit alle 28 EU-lidstaten komen en tot alle politieke groeperingen in dat parlement behoren, zijn bezorgd over het stijgende aantal terechtstellingen in Iran sinds het aantreden van de ‘gematigde’ president Rouhani drie jaar geleden.
Volgens Amnesty International werden in 2015 bijna 1.000 mensen in Iran opgehangen, en noemde dit feit “een verschrikkelijk beeld van de welbewuste dodelijke staatsmachinerie”.
 Het land heeft daarmee het hoogste aantal terechtstellingen in de wereld per hoofd van de bevolking. Het is ook de grootste terechtstellende van minderheden in de wereld.
Repressieve maatregelen tegen vrouwen en religieuze minderheden zijn blijven stijgen.
Ondanks de vurig gekoesterde hoop dat het nucleaire akkoord met Iran verbeteringen m.b.t. de mensenrechten met zich mee zou brengen, is de situatie juist van dag tot dag slechter geworden.
De Speciale Verslaggever voor Iran meldde onlangs dat het aantal ophangingen op het moment het hoogste is van de afgelopen 27 jaar.
De recente parlementaire verkiezingen waren een lachertje. Oppositie was uitgesloten. Duizenden kandidaten werden eruit gefilterd door de ‘Wachtersraad’, onder bevel van Ayatollah Khamenei. Wie uiteindelijk als kandidaat toegelaten werd, was het meest loyaal aan de staat en velen van hen zijn betrokken geweest bij schendingen van de mensenrechten.
De steun van Iran aan de Syrische dictator Bashar Assad, die verantwoordelijk is voor de dood van een half miljoen mensen van zijn eigen volk en die de weg vrijgemaakt heeft voor de expansie van de zogenaamde Islamitische Staat of Daesh is eveneens een grote zorg van de parlementariërs.
In een toespraak in Brussel verklaarde Gérard Deprez, voorzitter van de Vrienden van een Vrij Free Iran in he Europese Parlement: “Het is een grote contradictie dat we er in de EU zo trots op zijn dat alle 28 lidstaten de doodstraf hebben afgeschaft, maar we lijken er geen problemen mee te hebben, zaken te doen met de grootste terechtstellende staat ter wereld. Indien de EU niet openlijk en serieus aandringt op respectering van de mensenrechten, zou dat onze geloofwaardigheid grote schade berokkenen.”
De handtekeningen onder deze verklaring komen van 6 vicepresidenten van het parlement en van meerdere commissievoorzitters zowel als van leiders van delegaties en enkele vicepresidenten van politieke groeperingen.
De verklaring roept de Europese Unie en de EU-lidstaten op aan “verdergaande betrekkingen met Iran afhankelijk te maken van een duidelijke vooruitgang van de mensenrechtensituatie en een stopzetting van de terechtstellingen.”
Bureau van Gérard Deprez, lid van het Europese Parlement
Minister van Staat, België
Ondervoorzitter van de MR-Partij
Voorzitter van de Vrienden van een Vrij Iran in het Europese Parlement
Europees Parlement , Brussel
ASP 9G210 / WIC M02074


Sunday, June 12, 2016

IRAN: Telecompersoneel in Fars (provincieLorestan) protesteert tegen niet-uitbetaling van hun achterstallig loon


07 juni 2016   
  • Een groep telecommunicatie-industriearbeiders in de provincie Lorestan (West-Iran) kwam maandag 6 juni samen voor het het gouverneursgebouw om te protesteren tegen het niet-uitbetalen van hun achterstallig loon en bonussen alsmede tegen het uitblijven van het aangekondigde nieuwe functie-inschalingsmodel.
  •  “We protesteren tegen het uitstel van onze loonuitbetaling in deze recessie, en  belangrijker nog, het uitblijven van de implementatie van de wetgeving omtrent de inschaling van banen in de telecommunicatie-sector in Lorestan,” verklaarde één van de protesterenden, aldus het door de staat geleide Tabnak-Nieuwsagentschap in de provincie Lorestan.

Een andere protesterende zei: “Het is noodzakelijk en passend dat de gouverneur in actie komt om de problemen van de lonen en bonussen alsmede die rond de implementatie van de banen-inschaling op te lossen om de telecommunicatie-staf te motiveren en aan te moedigen om de burgers een optimale service te bieden.”
Eveneens afgelopen maandag berichtte het door de staat geleide ILNA-nieuwsagentschap dat een protestvergadering van de gepensioneerde arbeiders van de Iraanse Telecommunicatie- Industrie (ITI) in Shiraz (Zuid-Iran) nog steeds doorging. Zondagavond kwamen de gepensioneerde arbeiders bij elkaar op de binnenplaats van deze fabriek en eisten dat hun gekozen vertegenwoordigers aanwezig zouden zijn bij de voor maandag geplande samenkomst van de Arbeidscommissie in de Fars-Provincie.

Volgens ILNA verklaarde één van de gepensioneerde arbeiders: “De Arbeidscommissie in de Fars-Provincie heeft een bijeenkomst gepland om de problemen van 300 gepensioneerde arbeiders van deze fabriek te bespreken. De demonstranten eisen dat hun gekozen vertegenwoordigers bij deze bijeenkomst aanwezig zouden mogen zijn.”
“Dit maakt de zorgen duidelijk van de arbeiders die deelnamen aan de bijeenkomst van de voorbije avond, nl. dat de vergadering zou plaatsvinden zonder de deelname van arbeiders- vertegenwoordigers,” voegde hij eraan toe.
De gepensioneerde arbeider vervolgde: “In het verleden bleken noch de autoriteiten noch de managers van de vakvereniging van de gepensioneerde en nog werkzame arbeiders in de Fars- provincie in staat mijn collega’s en mijzelf concreet uitsluitsel te geven over onze nog uitstaande claims.”
De gepensioneerde ITI-arbeiders zijn sinds 24 mei dag voor dag samengekomen om hun onbetaalde loon op te eisen.

Gepensioneerde arbeiders verklaarden dat de werkgever weliswaar aanvoert dat het gebrek aan financiële middelen de oorzaak is voor het niet-vervullen van hun wettelijke verplichtingen m.b.t. de nog uitstaande lonen, maar dat de arbeiders de situatie beu zijn en gezworen hebben hin bijeenkomsten voort te zetten tot hun eisen ingewilligd zijn.

Friday, June 10, 2016

Iran blijft als staat topsponsor van terrorisme wereldwijd – jaarlijks rapport van de VS


·   02 juni 2016
In het donderdag gepubliceerde jaarlijkse Landenrapporten over Terrorisme, maakte het Ministerie van Buitenlandse Zaken bekend, dat het Iraanse regime als staat de top sponsor is gebleven van terrorisme over de hele wereld.
Volgens het jaarlijks rapport van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS “bleef Iran de belangrijkste sponsor van terrorisme in 2015, met verschillende soorten steun, waaronder financiële, training en uitrusting aan groepen over de hele wereld – met name Hezbollah. Iran is nauw betrokken gebleven bij het conflict in Syrië, waarbij nauw samengewerkt werd met Assads regime bij de bestrijding van de Syrische oppositie en ook in Irak, waar Iran door is gegaan met steunen van milities, o.m. Buitenlandse Terroristen Organisatie Kata’ib Hezbollah. Bovendien was Iran betrokken bij de steun aan de aanvallen van gewelddadige Shia oppositie groepering in Bahrein. Bij deze inspanningen werd Iran terzijde gestaan door Hezbollah, dat doorging met wereldwijd te opereren, zoals aangetoond is door de verstoring van Hezbollah activiteiten in 2014 in Peru en in 2015 op Cyprus.”
Het verslag van Buitenlandse Zaken onderstreepte  “In 2015 bleef Irans staatssteun aan terrorisme wereldwijd onverminderd door het Islamitische Revolutionaire Garde Korps (IRGC-QF), het ministerie van Veiligheid en Teherans bondgenoot Hezbollah, dat een aanzienlijke bedreiging vormde voor de stabiliteit van Libanon en de hele regio.”
Justin Siberell, de huidige coördinator voor antiterrorisme, zorgde voor het rapport van 2015.
 “Iran bleef als staat de koploper van staten die het terrorisme wereldwijd sponsoren. Zoals in het rapport wordt uitgelegd gaat Iran door met het bieden van steun aan Hezbollah, Palestijnse terroristische groepen in Gaza en aan diverse groepen in Irak en het hele Midden-Oosten,” zegt Siberell bij zijn verslag donderdagmiddag voor het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens de functionaris van het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben de VS “samenwerking met partners in Europa, Zuid-Amerika en West-Afrika uitgebreid om strategieën te ontwikkelen en te implementeren om de activiteiten te verijdelen van Iraanse bondgenoten en gesponsorde groepen als Hezbollah.”
Volgens de VS, in 2015 “breidde Iran zijn hulp uit aan Irakese Shia terroristengroepen, waaronder Kata’ib Hizballah (KH), een door de VS als Buitenlandse Terroristen bestempelde organisatie …. Iran gebruikte het Islamitische Revolutionaire Garde Korps (IRGC-QF), om buitenlandse politieke doelen te implementeren, en om een dekmantel te bieden voor veiligheidsoperaties en om instabiliteit te creëren in het Midden-Oosten. De IRGC-QF vormt Irans voornaamste mechanisme om terroristen in het buitenland op te leiden en te ondersteunen.”

Met het oog op de collaboratie van het Iraanse regime met Al-Qa’ida lichtte de regering van de VS toe “Iran bleef weigeren om Al-Qa’ida leden voor het gerecht te brengen die vast zaten en weigerde om in het openbaar die leden die in hechtenis zaten te identificeren. Voorheen stond Iran bevoorraders van Al-Qa’ida een hulplijn toe door Iran heen minstens sinds 2009 waarmee Al-Qa’ida materialen en vechters naar Zuid-Azië en Syrië kon brengen.”

Sunday, June 5, 2016

British MPs concerned over Iranian regime’s crackdown on teachers and activists


      28 mei 2016
Britse parlementariërs bezorgd over het harde optreden van het Iraanse regime tegen leraren en activisten 
Leden van beide huizen van het Parlement van het Verenigd Koninkrijk hebben zich uitgesproken tegen het harde optreden van het Iraanse regime tegen leraren en vakbondsactivisten door het regime van de moellahs in Iran.
Het Comité van alle partijen van het Britse Parlement voor Irans vrijheid (BPCIF) heeft in mei 2016 gezegd dat zij “buitengewoon ongerust” zijn over de recente arrestaties en gevangenneming van leraar-activisten in Iran op grond van frauduleuze beschuldigingen rond nationale veiligheid, terwijl zij vreedzaam politiek actief vochten voor verbetering van hun bestaan.
Vooral de Britse wetgevers veroordeelden de strenge straffen voor Jafar Azimzadeh, Mahmoud Beheshti Langaroudi en Ismail Abdi, die tot jarenlange gevangenisstraffen zijn veroordeeld, grotendeels vanwege hun vreedzame activiteiten om betere lonen en arbeidsomstandigheden voor Iraanse leraren en arbeiders te bereiken.
 “Wij waarschuwen ervoor dat deze gewetensbezwaarde gevangenen in een zeer slechte gezondheid verkeren als gevolg van hun hongerstaking uit protest tegen hun onrechtvaardige straffen en ook tegen de slechte behandeling en intimidatie van hun families, collega-leraren, arbeiders en vakbondsleden door de Iraanse autoriteiten.”
 “Het idee dat belangenbehartiging en vreedzame activiteiten die als doel hebben om de levensomstandigheden van Iraanse leraren en arbeiders te verbeteren handelingen zijn tegen de nationale veiligheid is niet alleen belachelijk, maar verschrikkelijk. Zo’n bewering door de Iraanse autoriteiten kan uitsluitend geïnterpreteerd worden als wettige eisen en sociale dissidenten het zwijgen opleggen onder het voorwendsel van nationale veiligheid.”
Deze onderdrukkende maatregelen vallen samen met een recente waarschuwing van een groep van Mensenrechten experts “dat meer dan een dozijn politieke gevangenen in Iran, onder wie enkele prominente verdedigers van mensenrechten, het gevaar lopen in gevangenschap te sterven als gevolg van hun verslechterende gezondheid en de aanhoudende weigering van de Iraanse autoriteiten om hen van medische zorg te voorzien.” De verklaring van de Iraanse autoriteiten voor het tegenhouden van die zorg aan deze gevangenen is onaanvaardbaar, met name gezien het feit dat deze gevangenen “naar verluidt” gearresteerd, opgesloten en veroordeeld zijn enkel en alleen vanwege het vreedzaam beoefenen van hun fundamentele vrijheden en rechten.”
De parlementariërs van het Verenigd Koninkrijk sloten zich aan bij de experts van de VN door nogmaals de toestand van de politieke gevangenen en activisten onder de aandacht te brengen.
Het Comité van het Britse Parlement voor Irans vrijheid (BPCIF) riep op om onmiddellijk de politieke gevangenen in Iran vrij te laten.

Het drong er bij de regering van het Verenigd Koninkrijk en bij de relevante VN organen op aan het uitgebreide gebruik van het Iraanse regime van beschuldigingen van handelen tegen de nationale veiligheid om de wettige oppositie en populaire dissidenten het zwijgen op te leggen, te veroordelen. “Dit zal op zijn beurt druk uitoefenen op de Iraanse autoriteiten om alle politieke gevangenen vrij te laten en het recht van het Iraanse volk op vrijheid van meningsuiting, vergadering en vreedzaam protest te respecteren.” 

Thursday, June 2, 2016

Een rapport over de status van arbeiders in Iran




29 mei 2016

De mijnwerkers in de steenkoolgebieden Kuhbanan en Zarand in de provincie Kerman, Centraal-Iran, hielden op 24 en 25 mei protestdemonstraties met de eis tot onmiddellijke uitbetaling van hun lonen, Aldus berichten vanuit Iran.
Twee maanden lang, gerekend vanaf het nieuwe Iraanse kalenderjaar, hebben deze mijnwerkers een deel van hun loon over het vorige jaar en de Nieuwjaarsbonus nog niet ontvangen. Ruim 5.000 mijnwerkers werken in deze particuliere en staatsmijnen.
Onafhankelijk daarvan protesteerden volgens het aan de gelieerde staat ILNA-nieuwsagentschap arbeiders van de East-Alborz-Steenkoolmijnen tegen het al twee maanden lang uitblijven van hun loon en bonussen en verklaarden: “Alhoewel we al twee maanden verder in het nieuwe jaar zijn, zijn de bonussen van 400 mijnwerkers van de East-Alborz-Steenkoolmijnen evenals de lonen van die twee maanden nog steeds niet betaald.”
Een bericht in ILNA meldde dat 120 arbeiders van de Jam-dakpannenfabriek in Boroujerd, West-Iran, hun baan verloren hebben door de crisis in de dakpannenindustrie en de sluiting van productie-afdelingen in sommige fabrieken, waaronder dan ook de totale sluiting van deze fabriek.

 Op vrijdag 27 mei meldde ILNA dat 1.800 arbeiders in de provincie Isfahan, Centraal-Iran, hun baan verloren hebben. Het bericht citeerde Mohsen Niroumand, hoofd van de afdeling Arbeidsverhoudingen van het Ministerie van Coöperaties, Arbeid en Sociale Zaken in Isfahan: “Sinds het begin van het nieuwe jaar (20 maart 2016) zijn 1.800 arbeiders in Isfahan werkloos geworden door de sluiting van productie-afdelingen.”

Het Iraanse regime beveelt buitenlandse social media om data van Iraanse burgers door te geven


29 mei 2016
Het Iraanse fundamentalistische regime heeft een ultimatum van één jaar gesteld aan internationale social media, meer in het bijzonder Telegram, om data van hun Iraanse gebruikers mee te delen, meldde het officiële staatsnieuwsagentschap IRNA afgelopen zondag.
Het meldde dat de beslissing afgelopen zaterdag genomen was op een zitting van de Opperste Raad voor Cyberspace, een comité over het gebruik van cyberspace, voorgezeten door president Hassan Rouhani en dat namens het regime dienst doet als regulator van de IT-sector.
Het Mehr-nieuwsagentschap, met banden met het beruchte Ministerie van Inlichtingen en Veiligheid (MOIS), meldde afgelopen zondag: "Op een zitting van de Opperste Raad voor Cyberspace, voorgezeten door President Hassan Rouhani, werd besloten dat alle buitenlandse social media die actief zijn in het land, binnen één jaar al hun data [over Iraanse burgers] bekend moeten maken."
In een apart bericht meldde Mehr dat Telegram, een berichten-app met meer dan 20 miljoen gebruikers in Iran, al zijn data over Iraanse gebruikers moet aanleveren indien zij verder actief willen blijven in Iran.
"Op grond van een directive die vorige avond door de Opperste Raad voor Cyberspace goedgekeurd werd, zijn buitenlandse social media die in het land actief zijn, verplicht alle data die zij over Iraanse burgers bijhouden, aan de Iraanse instanties door te geven, als ze ook in de toekomst nog in Iran willen blijven werken. Derhalve moet Telegram alle data over Iraanse gebruikers doorgeven," verklaarde het.
Het bericht voegde eraan toe dat meer dan 80 procent van de wereldwijde Telegram-gebruikers in Iran woont.
IRNA verklaarde verder dat het comité eveneens beslist had een eigen social-media-netwerk te ontwikkelen, als concurrentie met buitenlandse netwerken.
De autoriteiten in Iran, waar Facebook en Twitter officieel in de ban gedaan zijn, alhoewel gebruikers zich met makkelijk te verkrijgen software toegang kunnen verschaffen, hebben jaren lang geprobeerd het gebruik van social media door Iraniërs aan banden te leggen.

Deels gebaseerd op radioberichten

Wednesday, June 1, 2016

VS Commissie Buitenlandse zaken neemt resolutie over Camp Liberty aan



19 mei 2016
Woensdag steunde de Amerikaanse Commissie van Buitenlandse Zaken van het Huis van Afgevaardigden unaniem een resolutie voor ‘veiligheid’ van de leden van de belangrijkste Iraanse oppositie die in Camp Liberty leven, in Irak.
Dit was de eerste resolutie in zijn soort.
De Resolutie, ‘H. Res.650’, op voordracht van Afgevaardigde Ted Poe (R-TX), doet een beroep op de regering van de VS om samen te werken met de regering van Irak (Gol) om ervoor te zorgen dat personeel dat verantwoordelijk is voor het verschaffen van veiligheid voor Camp Liberty gescreend wordt en geen banden heeft met Islamitische Korps van de Revolutionaire Garde (IRGC) van het Iraanse regime Qods Strijdmacht of afgeleiden daarvan.

De ontwerp Resolutie doet ook een beroep op de VS en Gol, in samenwerking met de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR), om de Iraanse oppositie te helpen om hun bezittingen in Camp Ashraf en Camp Liberty te verkopen, waarmee zij vervolgens in hun herhuisvesting kunnen voorzien.
Het dringt er bij de bovenstaande bekende belanghebbenden op aan om de herhuisvesting te versnellen “conform de voorwaarden van december 2011 MOU”.
In opmerkingen, voorafgaand aan het akkoord op H. Resolutie 650, zei Commissievoorzitter Ed Royce (R-CA): “Afgelopen oktober zijn 23 inwoners van Camp Liberty gedood bij een raketaanval op het kamp.
En we krijgen inlichtingen dat het Iraanse regime en de gevolmachtigden van het regime in Iran bezig zijn met de voorbereiding van een op handen zijnde aanval op de kampbewoners.

Daarom doet de resolutie van Poe een beroep op de Amerikaanse èn op de Irakese regering om er hard aan te werken dat de kampbewoners voorzien worden van de nodige bescherming en om zekerheid te verschaffen over een snelle overplaatsing uit Irak, naar zulke veilige oorden als Albanië.“

Na de hearing zei voorzitter Royce nog: “Mijn doel is om dit snel  verder behandeld te krijgen.”

Een van de Commissie leden, Eliot Engel (D-NY) merkte op: “De bewoners van Camp Lilberty verdienen het om waardig en zonder angst voor geweld te leven.”

Het garanderen van het veilig herhuisvesten van de Iraanse oppositie in Bagdads Camp Liberty zou voor de VS “enigszins ons eerherstel als land betekenen,” zei Afgevaardigde Dan Rohrabacher (R-CA) woensdag tijdens de hearing.

“Het is een schandvlek op ons land geweest dat wij – bij vele gelegenheden, niet de mensen hebben bijgestaan die met ons opgescheept zitten.”

Afgevaardigde Rohrabacher zei dat de bewoners van Camp Liberty lange tijd tegenstand geboden hebben tegen “de dictatuur van de moellah in Teheran,” en dat de VS “de mensen in de steek hebben gelaten die hun leven gewaagd hebben voor ons en wij steken die mensen gewoon geen hand toe.”
Afgevaardigde Brad Sherman (D-CA) wees erop dat de VS invloed heeft op de Irakese regering, gebaseerd op VS steun.

 “Irak moet met klem door de Verenigde Staten worden opgeroepen om aan zijn minimale mensenrecht verplichtingen te voldoen door Camp Liberty te beschermen.”

Afgevaardigde Sherman zei, dat, hoe je ook aankijkt tegen de nucleaire deal van Iran,  “de MEK een belangrijke rol heeft gespeeld in het onthullen van de inlichtingen over het Iraanse illegale nucleaire programma.”

 “Wij staan allemaal in het krijt bij de MEK omdat zij de wereld geïnformeerd hebben en er zo voor hebben gezorgd dat de VS en de wereld zich op het probleem geconcentreerd hebben.”

Afgevaardigde Ileana Ros-Lehtinen (R-Fla) zei dat het geen geheim was Irak er niet in geslaagd was de bewoners te beschermen.

“Camp Liberty heeft nooit adequate bescherming geboden en nu met Irans nucleaire deal en een Iran dat steeds meer geld krijgt om zijn ilegale activiteiten uit te voeren, vrees ik dat Liberty zelfs een makkelijker en groter doel wordt voor het regime dan ooit ervoor,” zei zij.
De auteur van de resolutie, Afgevaardigde Ted Poe (R-TX), zei dat 140 bewoners van Camp Liberty gedood zijn en 1.300 anderen raakten gewond bij zeven aanvallen op hun twee Kampen in Irak.

Er zijn zeven mensen ontvoerd.

“Geen enkele persoon is verantwoordelijk gehouden voor deze moorden, niet één persoon is gearresteerd of in de gevangenis gezet,” zei hij.
“De bewoners leven onophoudelijk in angst voor een nieuwe aanval.
Hun enige misdaad is het verzet tegen de tirannen in Iran.”


De officiële naam van de resolutie is: “H.Res.650 – Het voorzien in veiligheid en zekerheid aan de Iraanse dissidenten die in Irak in Camp Liberty wonen en in afwachting zijn van herhuisvesting door de Hoge Commissaris van de Vluchtelingen van de VN en permissie voor het gebruiken van hun eigen bezittingen om bij te dragen aan hun herhuisvesting.”