Monday, May 2, 2016

Iraanse politieke gevangene schrijft de VN rapporteur over schending van rechten

Iraanse politieke gevangene schrijft de VN rapporteur over schending van rechten
 

29 april 2016

De Iraanse politieke gevangene Masoud Arab Choobdar heeft vanachter de tralies geschreven naar de speciale rapporteur van de VN voor mensenrechten in Iran over de afschuwelijke schendingen waarmee dissidenten geconfronteerd worden in Iraanse gevangenissen.
In zijn brief aan speciaal rapporteur Ahmed Shaheed benadrukte Arab Choobdar in het bijzonder de mishandeling van politieke gevangenen in de beruchte Gohardasht (Rajai Shahr)
Gevangenis in Karadsch, ten noordwesten van Teheran.
Hier volgt de tekst van zijn brief, die de Gohardasht Gevangenis uit is gesmokkeld:

Mijn naam is Masoud Arab Choobdar. U zult zich mij inmiddels wel herinneren. Ik ben die gevangene die al vier jaar in deze gevangenissen van de anti-humane regering vast zit onder de barste omstandigheden. U bent zich vast en zeker bewust van wat er speelt en van mijn problemen in de gevangenis, zoals ik u die heb toegelicht in mijn vorige brieven. U bent zich volledig bewust van mijn gezondheidsproblemen, van de situatie rond mijn ziekte en van de onmenselijke behandeling waarmee ik in de gevangenis te maken heb.
Martelen en fysiek straffen van gevangenen
Deze keer wil ik weer de steeds maar ernstiger wordende zaken uitleggen die ik heb meegemaakt met gevangenisautoriteiten in de Gohardasht Gevangenis. Zij hebben mij verboden de Hall waarin ik gevangen zit te verlaten. Ik heb zelfs niet het recht om de ziekenboeg van de gevangenis te bezoeken voor medische behandelingen. Met het oog hierop, heb ik ook het hoofd van de gang, de heer Shojaee bezocht. Bij dit bezoek was ook het hoofd van de gevangenis, de heer Mohammad Mardani, aanwezig. Ik had mijn mond nog niet opengedaan, toen plotseling het hoofd van de gevangenis gewaarschuwd werd en hij onmiddellijk door de achterdeur van de afdeling vertrok. Na enkele minuten hoorde ik het geluid van kreten van pijn. Toen ik door de achterdeur de hoofdhall binnen liep, was ik getuige van een pijnlijk tafereel pal voor mij. Ik weet niet hoe ik dat moet beschrijven. Ik kan alleen maar zeggen dat ik twee jaar lang de verslagen en overtredingen gezien had van wreedheden bij de veiligheidspolitie, maar waar ik deze keer met open ogen naar stond te kijken, was noch een vorm van wreedheid noch van fysieke foltering. Het kan uitsluitend worden beschreven als gewelddadig gedrag dat mij deed denken aan de aanvallen van een troep jakhalzen of hyena’s in het bos.
De gevangenisbewaarders waren de twee gevangenen aan het aanvallen en smeten woest met hen, vertrapten ze en schopten erop los, alsof zij uit zulke aanvallen voldoening zouden halen.
De bewakers sloegen de gevangenen zó, dat het wel een wedstrijd leek. Ze verdrongen elkaar als jakhalzen en roofdieren om de prooi te pakken. Alles wat ik kon horen was hun luide gebrul dat de hele Hall vulde. Naast het hoofd van de gevangenis waren de gevangenisafgevaardigde (Amirian), de directeur van Afdeling 2 (Hassan MahdaFivar), het hoofd van de afdeling eenzame opsluiting (Goudarzi), de chef van de gevangenisbewakers (Zolfali), de adjunct functionaris voor onderzoek naar de gevangenis (Mirzaii) en de chef van de bescherm-eenheid allemaal aanwezig. De twee gevangenen werden 20 minuten lang zwaar afgetuigd en bitter waren hun jammerklachten. Ach, genade en mededogen.
De kreten verstomden

Toen stopten de kreten en God alleen weet wat er met hen gebeurde. Zelfs geen stemgeluid viel er meer te horen. Ze waren al buiten bewustzijn geraakt.

Na dit incident, kwam het hoofd van de gevangenis de kamer waar ik zat, weer binnen. Hij bedreigde mij om tegen niemand een woord te zeggen over wat ik had gezien, anders zou hij mij ervoor straffen. Hij herinnerde mij er aan, dat ik de enige gevangene en ooggetuige was van dit incident daar. Vervolgens kondigde hij aan dat mijn verlof om van de afdeling af te gaan nog steeds niet verleend is. Toch kon ik niet langer stil blijven. Door zulke maatregelen kan ik mijn familie niet zien, geen boeken lezen en niet naar de gezondheidscentra. Ik kon niet langer stil blijven tegenover zulk onwaardig gedrag jegens gevangenen. Opnieuw waren slogans over de Islamitische ‘menselijke waardigheid” en “mensenrechten” die Ali Khamenei had uitgesproken, omgevormd tot het slaan en trappen van een menselijk wezen.
De burgerrechtmotieven, die door de gebroeders Larijani in de rechtsgang beklemtoond zijn,
werden getransformeerd tot een knuppel die op de rug van deze weerloze mensen slaat en er littekens achterlaat. U heeft hierover nog geen nieuws ontvangen. Ik moet helaas vertellen, dat juist op dit moment, terwijl ik u schrijf, weer een gevangene te maken heeft met het andere eind van knuppels en electroshock-apparaten. e gevangene wordt gemarteld door de uitvoerders van het directoraat van de inlichtingendienst van de gevangenis.
Zulke folteringen en straffen vinden met regelmaat plaats in de Gohardasht Gevangenis.
Terwijl in internationale forums de Islamitische Republiek van Irak spreekt over mensenrechten en uw rapporten over dergelijke schendingen ontkent, moesten de politici in andere landen maar eens een kijkje nemen in de toestand binnenin Iran…. zelfs als hun dat geen goed doet. Ik kan niets anders meer vertellen, behalve dat onderdrukking en geweld diep in het hart zitten van deze dictatuur.

Masoud Arab Choobdar
Politieke gevangene in de Gohardasht (Rajai Shahr) Gevangenis in Karadsch – 26apri
l 2016

No comments:

Post a Comment