Monday, October 31, 2016

Iran: er zullen voor maart 2017 tenminste 110 Executies worden uitgevoerd






27 oktober 2016

Volgens familieleden van gevangenen in de centrale gevangenis van Karaj met de doodstraf, hebben de gevangenisautoriteiten meegedeeld dat de executies van 110 tot 120 mensen zullen worden uitgevoerd voor het begin van het Iraanse nieuwjaar op 20 maart 2017 in de centrale gevangenis van Karaj. Deze aankondiging zorgde voor paniek en bezorgdheid onder de gevangenen en hun familieleden.
Bovendien blijkt uit rapporten dat de gevangenisbewakers de gevangenen met de doodsstraf in afdeling 5, hebben verplaatst naar andere afdelingen.
De families denken dat dit is gebeurd om protesten en opstootjes tijdens hun transport naar de executieplaats tegen te gaan.

Het zij duidelijk dat de gevangenis officials erg bang zijn voor protesten in de gevangenissen, in het bijzonder daar waar veel mensen met de doodsstraf zitten. Vanwege deze angst en om protesten tegen te gaan, gaan ze onaangekondigd cellen binnen en brengen de gevangenen met geweld over naar eenzame opsluiting. Op weg naar de executieplaats worden gevangenen meestal geblinddoekt en aan handen en voeten geboeid.

Politieke Gevangenen in Iran schrijven afkeurend naar officials van de VN over het schenden van hun mensenrechten




Donderdag 27 oktober 2016
Een groep politieke gevangenen in de beruchte Iraanse gevangenis Gohardasht in Karaj heeft een brief geschreven aan António Guterres, de nieuw verkozen Secretaris Generaal van de Verenigde Naties en aan Asma Jahangir de nieuwe VN rapporteur m.b.t. de mensenrechten in Iran waarin zij klagen over de afschuwelijke mensenrechtenschendingen en het politieke geweld door het mullah regime in Iran.
"Wat in het bijzonder van belang is, is dat de mensenrechtensituatie in Iran, die nu reeds zorgelijk is, steeds verder verslechtert door het schaamteloze geweld van het Iraanse regime" zo schrijven de politieke gevangenen en ze voegen toe dat het regime internationale conventies die de menselijke waardigheid moeten garanderen, ondermijnt en ontkent.
Verder wordt gesteld dat het Iraanse regime de mensenrechten schendt in en zich bemoeit met de interne zaken van landen in de regio, zoals Jemen, Syrië en Libanon.
"De mensenrechten werden in de afgelopen tientallen jaren en ook nu nog stelselmatig en op grove wijze geschonden en die situatie verbetert niet."
Ook staat in de brief dat in het afgelopen jaar tientallen politieke executies hebben plaatsgevonden door het mullah regime en dat diegenen die daarvoor verantwoordelijk zijn dezelfde schurken zijn die het bloedbad van zo’n 30.000 politieke gevangenen in 1988 in Iran hebben aangericht. Politieke gevangenen die trouw bleven aan hun geweten, werden geëxecuteerd tijdens dat bloedbad en dat terwijl ze reeds hun wettige gevangenisstraf hadden ondergaan.
De politieke gevangenen wezen erop dat de mensenrechtenschendingen door het mullah regime o.a. inhielden het onderdrukken van etnische en religieuze minderheden en vrouwen, executies zonder rechtszaak en de arrestatie en marteling van politieke dissidenten, vakbondsactivisten, leraren en journalisten.
De politieke gevangenen drongen er bij de VN officials op aan om:
1.     een halt toe te roepen aan de executies in Iran
2.     de vrijlating te bewerkstelligen van burgers met een afwijkende mening en politieke activisten uit de gevangenissen van het regime
3.     een halt toe te roepen aan het uitoefenen van druk op tegenstanders van het regime
4.     de openbaarmaking te bewerkstelligen van namen en plaatsen van de massagraven van zo’n 30.000 slachtoffers van het bloedbad in 1988 in Iran.
De brief werd o.a. ondertekend door: Ali Moezzi, Saeid Massouri, Ass'ad (Behnam) Ebrahimzadeh, Saleh Kohandel, Hossein Gholami-Azar, Hassan Sadeqi, Reza Akbari Monfared, Soheil Babai, Ibrahim Firouzi, Hossein Kakavand, Amir Hassanvand-Seyyar, Alireza Nasseri en Assad Mohammadi.

Politieke gevangene zet een gedurfde stap en klaagt Teheran’s Openbare Aanklager aan over het bloedbad van 1988



   

    27 oktober 2016

Maryam Akbari Monfared, een Iraans politieke gevangene in de beruchte Evin gevangenis in Teheran, heeft een aanklacht geschreven naar de Openbare Aanklager van Teheran met betrekking tot de willekeurige executie van haar broer en zus tijdens het bloedbad van politieke gevangenen in 1988 in Iran.
Met een gedurfde stap schreef Akbari Monfared op 18 oktober 2016 vanuit de gevangenis: "Mijn broer Abdolreza en mijn zus Roqieh werden geëxecuteerd op een onbekende dag in de zomer van 1988. Ze hadden beiden voor het Revolutionaire Hof gestaan en waren veroordeeld tot gevangenisstraffen. Hun werd het recht op een advocaat om hen te vertegenwoordigen ontnomen. Abdolreza werd gearresteerd toen hij nog pas 17 jaar was, voor het verkopen van krantjes van de Iraanse oppositie. Hij werd veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf in 1980, maar de autoriteiten weigerden hem vrij te laten nadat zijn straf erop zat en hij werd uiteindelijk in 1988 geëxecuteerd.

"Tijdens een herdenking voor mijn andere broer Alireza, die werd geëxecuteerd op 19 september 1981, vielen veiligheidstroepen binnen en arresteerden mijn moeder en mijn zus Roqieh. Mijn zus, die een klein dochtertje heeft, werd veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf. In de zomer van 1988 werd ze geëxecuteerd, terwijl ze nog een jaar gevangenisstraf had te gaan."

Akbari Monfared zei verder: "De meerderheid van de juristen gelooft dat, wanneer een onschuldig persoon wordt geëxecuteerd ten gevolge van een gebrek aan inzicht of van misdragingen van een rechter, er een onderzoek moet worden ingesteld of de executie met opzet met opzet is uitgevoerd.."

Refererend aan een uitspraak van de 2e afdeling van het Hoge Disciplinaire Strafhof voor rechters op 10 augustus 1985 betreffende doodsstraffen die niet stroken met de Sharia en de wet, onderstreepte Akbari Monfared het feit dat de naaste familieleden van slachtoffers het recht hebben om een onderzoek te eisen en vervolging in te stellen tegen de schuldigen..

Ze zei: "Er is een principe dat wordt erkend door de rechterlijke macht in Iran, dat bepaalt dat niemand opnieuw kan worden vervolgd voor een aanklacht waarvoor hij reeds is gestraft."

In haar brief stelde ze ook dat haar broer en zus en alle andere supporters van de PMOI (People's Mojahedin Organization of Iran, een politiek militante oppositiegroepering) zouden moeten worden beschouwd als krijgsgevangenen op het moment dat de PMOI in staat van oorlog was tegen de Islamitische Republiek. Daarom is het doden van een krijgsgevangene niet conform de sharia wetgeving en de Geneefse Conventie die beide worden erkend door de grondwet van de Islamitische Republiek.

Ze concludeerde: "Volgens bovenstaande redenering en ander beschikbaar bewijs, in het bijzonder  de contacten tussen Ayatollah Montazeri, de benoemde opvolger van Khomeini en Mostafa Pour-Mohammadi, Hossein Ali Nayyeri, Morteza Eshraqi en Seyyed Ebrahim Raissi, was de executie van politieke gevangenen, met inbegrip van die van mijn zus en mijn broer in 1988, tegen de geldende wetten, de Sharia en internationale verplichtingen van de Islamitische Republiek. Omdat een petitie gericht aan internationale tribunalen pas kan worden aangeboden nadat dat eerst in het eigen land is gedaan, roep ik hierbij op tot een onderzoek naar de onwettige executie van mijn zus en mijn broer en tot opening van zaken met betrekking tot de feiten, o.a. de namen van diegenen die verantwoordelijk zijn voor hun dood, de aanklachten en ander bewijs en tot een strafrechtelijk onderzoek overeenstemmend met de geldende wetten, in het bijzonder Artikel 34 van de Grondwet dat het absolute recht van ieder individu op het zoeken naar gerechtigheid wettigt. Omdat de familie nooit heeft vernomen waar zij werden begraven, verzoek ik derhalve om de openbaarmaking van alle feiten en de locatie van hun stoffelijke overschotten."

Reagerend op haar petitie zei een vertegenwoordiger van de openbare aanklager: "Waar is ze naar op zoek? Diegenen die haar zus en haar broer hebben geëxecuteerd zijn ofwel dood, ofwel al heel oud en haar zus en haar broer zijn waarschijnlijk begraven in de Khavaran Begraafplaats."
Hij waarschuwde bovendien dat dergelijke petities haar toestand in de gevangenis alleen maar zullen verergeren en zullen voorkomen dat ze …